donderdag 4 oktober 2012

Korenmolenaars in de Recourt "Tieleman" tak

English summary: In the Dutch "Tieleman" Recourt branche, two 19th-century generations of windmillers producing grains for bakery products were characterized. The first miller operating a windmill was Anthony Recourt (1761-1825), who married Geertruij Smits in 1783. At the time of his marriage, he lived with his mother Geertuij Stoop & family in Dordrecht outside the Sint Jorispoort, were a number of relatives owned horticulturist land. It is not known yet what made him decide to become a windmiller. Probably he was not inspired by his father Hendrik Recourt. Hendrik seemed an agressive personality, having a drinking problem and who was admitted to the Dordrecht mental institution for several times.
Anthony Recourt alias Rekoert successively was a miller at Poederooijen (approx. 1800, "De Graanmolen"), Groot-Ammers (ao. "De Pauw" 1811- approx. 1820), Lopik (probably "Helpt Elkander", 1822) and Lexmond ("De Vier Gebroeders", 1824-1825). At least four of his children became miller or miller's wife: Geertruij, Arij (origin of the US decendants), Hendrik and Anthonie. Unfortunately, none of the windmills survived but traces can still be found such as the grinding stones of  "De Pauw" at the Educational Centre "Het Liesvelt". At this centre you can visit windmill "De Jonge Sophia", which was transported from Ottoland (1999) and restored using many original parts from various windmills, such as from De Pauw. (Due to strict food regulations, De Jonge Sophia does not produce corn flour for human consumption). Also the foundation stone of  "De Vier Gebroeders" is still visible nearby the highway A27.
Please find below illustrating photo's, most of which were derived from the Dutch Mill database (reference 2). You may also visit the website of Anthony and his family (references 4 and 9).

In de Nederlandse "Tieleman tak" zijn er twee generaties korenmolenaars. Met behulp van de kadastergegevens (ref. 1), de database van verdwenen molens (ref. 2) en de online DTB gegevens van Family Search (ref. 3) is een redelijk beeld van hun leven gekregen. De eerste korenmolenaar was Anthonij Recourt, geboren op 25 september 1761 te Dordrecht, die in zijn jeugd Thoontje werd genoemd (ref. 4). Hoe hij er toe gekomen is om molenaar te worden is nog onbekend, maar inspiratie van zijn vader Hendrik Recourt (Rekoert) lijkt onwaarschijnlijk. De beschikbare bronnen tonen een negatief beeld van deze man die slecht werk leverde, instabiel en zelfs agressief was. Hij is meermaals opgenomen geweest in het Krankzinnigen en Beterhuis te Dordrecht, waaronder in de periode mei 1788 - april 1789 (ref. 5).

















Voor zijn huwelijk met Geertruij Stoop woonde Anthonij nog in Dordrecht aan het Steltepaadje, buiten de Sint-Jorispoort. Dit tuinders / warmoeziersland keek uit op de Noordendijk waar o.a. de korenmolen Kijck over den Dijk staat. Wellicht heeft hij daar het vak van korenmolenaar geleerd? In de periode 1785 - 1796 zijn er 6 kinderen geboren te Dordrecht en het is nog niet duidelijk of Anthonij toen al korenmolenaar was.

Het spoor van Anthonij leidt vervolgens naar Poederooijen, waar hij korenmolenaar was van "De Graanmolen". In maart 1800 en juni 1802 zijn zonen Servaas en Antonie daar geboren. Op 1 februari 1805 gaat Anthonij een ruilovereenkomst aan met Dirk van der Wiel uit Gelkenes (Groot-Ammers) en wordt hij korenmolenaar aldaar (ref 6). Uit de huwelijksakte van zoon Hendrik en Bernardina van Tricht blijkt ook dat Anthonij in 1812 korenmolenaar te Gelkenes was (ref. 7).















Vanaf 1811 is Anthonij molenaar van korenmolen De Pauw, afkomstig uit Zaandam en per schip getransporteerd naar Gelkenes (Groot-Ammers). Van de onderkant werd 20 voet afgezaagd en de molen kwam op een stenen onderbouw te staan. De Pauw is in 1926 afgebroken, maar de stenenonderbouw is tot 2004 intakt gebleven (ref. 8).





















Onderdelen van de molen zijn verhuisd naar het korenmolen "De Jonge Sophia" bij streekcentrum Het Liesvelt, waaronder oude molenstenen. Nakomeling Luc Recourt poseert op een voormalige De Pauw molensteen en krijgt uitleg van molenaar Frits Vermaat omtrent het werkingsmechanisme van de molen (foto's sep. 2012).



























Zeker vier kinderen van Anthonij zijn ook korenmolenaar of korenmolenaarsvrouw geworden.

(1) Geertruij, geboren in 1785 (Dordrecht) en gehuwd met molenaar Hendrik van Tuijl in 1803 te Dordrecht.
(2) Arij (1788, Dordrecht), korenmolenaar en later schipper, gehuwd met Cornelia de Boer in 1813 te Ransdorp.
(3) Hendrik, korenmolenaar bij verschillende molens in Noordeloos, Giessen-Nieuwkerk, Lopik en Dubbeldam. De laatste molen "De Zouw" te Dubbeldam is op 11 november 1839 s'avonds om half zeven afgebrand, waardoor Hendrik, zijn vrouw Barnerdina van Tricht en zijn 7 nog thuiswonende kinderen al hun bezittingen verloren (ref. 9).
(4) Antonie trouwde met Elizabeth Molenaar (1822, Lopik) en werd afwisselend korenmolenaar en broodbakker te Reeuwijk, Hoenkoop, Goudriaan, Lopik, Jaarsveld, Hagestein, Hoenkoop, Willige Langerak en Schoonhoven. Anthonie Rekoert en Elizabeth Molenaar zijn stamouders van de Schoonhovense Rikkoert familie.

Tijdens het huwelijk van zoon Anthonie in 1822, blijkt vader Anthony korenmolenaar in Lopik te zijn. Waarschijnlijk betreft het molen "Helpt Elkander", die in 1832 op naam staat van zoon Hendrik (ref. 10).






















Anthonij is op 22 juli 1825 te Lexmond overleden en blijkbaar was hij toen korenmolenaar aldaar (is wat moeilijk te lezen vanaf ongeveer midden, ref. 11).

.. verwelke ons hebben verklaard dat op de tweeëntwintigste julij des avonds om elf uren is overleden Anthonij Rekoert Korenmolenaar oud eenenzeventig jaren geboren van de Dordrecht en thans gewoond hebbende en overleden te Leksmond in de huizinge staande bij den Korenmolen zonder nommer aldaar gehuwd geweest met Geertrui Smits welke nog leeft .... 





















Zeer waarschijnlijk betreft het korenmolen "De Vier Gebroeders", waarvan de eerste steen is gelegd op 23 maart 1824 (ref. 12). In de Opregte Haarlemsche Courant van 20 augustus 1825 wordt de molen te koop aangeboden door Arie Rekoert (toevoeging Jan. 2014). Deze Arie was waarschijnlijk de zoon van Anthonie (zie ook webpagina).


















Zijn vrouw Geertruij Smits is na het overlijden van haar man weer naar Lopik verhuisd, waar zonen Servaas en Antonie molenaars waren.
De molen te Lexmond is op 7 juli 1894 verbrand en daarna weer opnieuw opgebouwd (woonhuis bleef toen gespaard). In 1973 werd de romp gesloopt voor de aanleg van de rijksweg A27 (ref. 12). De eerste steen van deze molen is ingemetseld in het talud van de A27 bij Lexmond.

















Woonplaatsen Anthonij Recourt (Rekoert) en Geertruij Smits, periode 1783-1825.





Anthonij Recourt is in 1761 geboren te Dordrecht en heeft in zijn jeugd 2 jaar in Gouda gewoond (1766-1768). Daarna is het gezin weer naar Dordrecht verhuisd.

(A) Ten tijde van zijn huwelijk met Geertruij Smits (7 maart 1783), woonde Anthonij aan het Steltenpad te Dordrecht (Warmoeziersland buiten de Sint Jorispoort).
(B) Tot 1805 was hij korenmolenaar op De Graanmolen te Poederooijen en hij heeft toen zijn molen geruild met de molen van Dirk van der Wiel uit Gelkenes (Groot-Ammers).
(C) 1805 tot voor 1822:  Korenmolenaar te Gelkenes, vanaf 1811 op molen De Pauw. Anthonij en zoon Arij hebben in 1813 ook nog kort gemalen op de korenmolen van Ransdorp (ref 13).
(D) 1822: Korenmolenaar te Lopik, waarschijnlijk molen Helpt Elkander.
(E) 1824-1825: Tot aan zijn overlijden was Anthonij korenmolenaar te Lexmond, waarschijnlijk op De Vier Gebroeders. Zijn zoon Arie Rekoert heeft de molen waarschijnlijk verkocht. Weduwe Geertruij Smits weer verhuisd naar Lopik, waar haar zonen Anthonie (& echtgenote Elizabeth Molenaar) en Servaas woonden. In de periode 1832-1835 woonden haar zoon Hendrik & zijn gezin ook in Lopik. Er zijn nu nog nakomelingen in deze regio.


Met dank aan Erica van Dooremalen (kadaster en archiefstukken Dordrecht) en Nelly Sonneveld (database- en kadastergegevens Verdwenen molens).



Referenties

(1) Website www.watwaswaar.nl met links naar de kadasterkaarten 1811-1832.
(2) Database van verdwenen molens: www.molendatabase.org .
(3) Inventarisatie van de Familie Search digitale microfiches: www.genver.nl.
(4) Webpagina van Anthonij Recourt: www.recourt.eu/index_bestanden/A61_Anthony1761.htm.
(5) Folio 35 uit het "Register van de Manspersonen die wegens krankzinnigheid of debauches ten laste van Stads Krankzinnig en Beterhuis binnen Dordregt voor 't geheel off ten deele zijn geconfimeerd beginnende met het jaar 1761" (1761-1804). Inventarisatie door Erica van Dooremalen. Dordrecht juni 2011. Bron: Erfgoedcentrum DiEP, Archief 22, Inventarisnummer 415 (weblink, zie nummer 9 in de lijst).
(6) Database van verdwenen molens, www.molendatabase.org nr.5854 "De Graanmolen".
(7) Burgelijke stand Huwelijk Nieuwpoort 1812, akte 4 (Familysearch weblink).
(8) Database van verdwenen molens, www.molendatabase.org nr.1850 "De Pauw".
(9) Database van verdwenen molens, www.molendatabase.org nr.2333 "De Zouw", de webpagina van Hendrik Recourt alias Rekoert. Jaarboek 2008 pp 231-232, Historische Vereniging Oud-Dordrecht.
(10) Database van verdwenen molens, www.molendatabase.org nr.1047 "Helpt Elkander".
(11) Burgelijke stand Overlijden Leksmond 1825, akte 10 (Familysearch weblink).
(12) Database van verdwenen molens, www.molendatabase.org nr.5686 "De Vier Gebroeders".
(13) Webpagina zoon Arij Rekoert : Het einde van de korenmolen in Ransdorp (1814). 


Toevoeging aan referentie 9: Artikel uit de "Dordrechtse Courant", 16 november 1839, blad 2.














Hendrik Recourt (49 jaar) was getrouwd met Barnerdina van Tricht (46 jr) en de 7 kinderen waren: Geertruij (20 jr), Gerardina (19 jr), Tonia (16 jr), Anthonij-Hendrik (13 jr), Gerardus (10 jr), Niesje (9 jr) en Anna Maria (1 jr)De oudere kinderen Francina (27 jr), Anthonie (26 jr) en Johanna (24 jr) waren al getrouwd. Niesje en Servaas overleden resp. in okt. 1829 (4 jr) en juli 1839 (6 jr). 

***

donderdag 20 september 2012

Kadastergegevens uit 1832

In 1832 is Nederland voor het eerst volledig in kaart gebracht. Met hulp van Erica van Dooremalen is het gelukt om Dortse kadastrale gegevens boven water te halen en een aantal Recourt voorvaderen geografisch te lokaliseren. Het leuke is dat er met deze gegevens een goede indruk ontstaat van de voormalige woon- en werklokaties. Erica heeft nog veel meer gegevens uit het archief van Dordrecht geïnventariseerd, getranscribeerd en gecatagoriseerd.

De Nederlandse stamvader Hendrik Ro(u)court is zeer waarschijnlijk als Warmoezier (groentekweker) naar Nederland gekomen. We vinden in het kadaster van 1832 drie nakomelingen die (tuin/warmoezier) percelen bezitten buiten de Sint Jorispoort oftewel, sectie C "Oost Buiten". De eerste gegevens staan in een Picasa webalbum, waarbij de lokaties gekoppeld zijn aan Google maps. Dit album Recourt kadaster, zal verder worden uitgebreid.

De belangrijke weblinks op een rijtje, waarin nog meer familiegegevens te vinden zijn:

www.watwaswaar.nl : via deze site kun je toegang krijgen tot de kadasterkaarten uit 1832
http://d-compu.dyndns.org/kadaster/ : een overzicht van geïnventariseerde kadasterpercelen in de regio Dordrecht, op verschillende manieren doorzoekbaar (werk van Erica).
http://d-compu.dyndns.org/gensearch/ : Genealogie Dordrecht en omgeving Erica van Dooremalen

www.dordrechtmonumenteel.nl : veel gegevens over het Dordrecht van vroeger, inclusief genealogie links.
www.archieven.nl : o.a. adresboeken van Dordrecht vanaf 1854.

zaterdag 14 juli 2012

Theodricus de Rocourt uit Hasselt

English summary: in the archive of Liège, a 1583 document was retrieved by FamilyResearch describing Theodricus de Rocourt at the age of three. Since his father Theodricus, shoemaker, died at Hasselt, two guardians were appointed including Lambertus de Rocourt, his oncle. This document strongly suggests that we have finally retrieved the origin of Theodorus (Dierick) van Rockourt, current founding father of the family Recourt and Roucourt. These findings may point towards Rocourt village, a suburb of Liège, as the origin of the family name. To be continued ...

De speurtocht naar de wortels van Vlaamse familie Roucourt en de Nederlandse familie Recourt heeft een nieuwe wending gekregen. In het archief van Luik is door FamilyResearch een akte uit 1583 achterhaald waarin Theodricus de Rocourt uit Hasselt wordt vernoemd. Zie de scan en transcriptie hieronder:



"Dedimus Theodrico etatis trium annorum ant circiter filio q(uondam) Theodrici de Rocourt califex oppidi Hasseltem et Elysabete sup(er)stitis coniugum dum ipse Theod. viveret .... eandem matrem absentam necnon Lambertus de Rocourt patruum & Jacobus de Brabantia sororum dicti quondam Theodrici patris presentes"

Vrije vertaling: Er worden twee voogden aangesteld voor Theodricus de Rocourt (drie jaar oud), zoon van wijlen Theodricus, schoenmaker, en diens echtgenote Elisabeth. Het gaat om Lambertus van Rocourt, de oom van Theodricus, en Jacob van Brabant, zwager van de overleden vader.
Als deze Theodricus de Rocourt, geboren in 1580 te Hasselt(?), dezelfde is als de stamvader Theodorus van Rockourt alias van Roucourt uit Halen, dan zijn we op een heel ander spoor beland dan Sint-Truiden. Het is in ieder geval de enige keer dat er een Theodricus voor 1600 is gevonden, want ondanks alle pogingen is dit in Sint-Truiden etc. nog niet gelukt. De kans is aanzienlijk dat het Hasselt spoor goed is: stamvader Theodorus van Rockourt had een dochter van 12 in 1614 en hij zou dus circa 22 zijn geweest bij haar geboorte.  

Waar leidt het Hasselt spoor mogelijk heen?

Een eerste scan van de Geneanet databank toont rond 1700 Lambert Rocourt en zoon Theodore Martin Rocourt in de genealogie van Francis de Stordeur. Beiden afkomstig uit Luik, waar ook het dorp Rocourt is gelegen. Via de bibliotheek van Geneanet vinden we een zekere Lambert de Rocourt in de eerste helft van vijftiende eeuw te Luik. Rietstap meldt een wapenschild van deze Luikse familie: "D'argent seme de fleurs-de-lys de gueules; au canton du meme". Rode Franse lelies op een zilveren ondergrond met een rood kwartier linksboven.

Zie een fragment van de Genealogie van Harduemont (Jaques de Hemricourt, pag. 85 ref 1)



 
Blijkbaar is ene Henry de Rocourt (ca 1350) de eerste naamdrager, afkomstig uit het huis van Harduemont en verwant aan de familie de Thilice. [Met wortels in het geslacht Dammartin] Zijn zoon Arnoul (Arnold) de Rocourt trouwde volgens de tekst hierboven met een dochter van Louis Braibechon de Mirmorte en zij kregen meerdere kinderen.
De genealogie is uitgewerkt door C. Borman en E. Poncent, met de nodige commentaren in de complementaire noten (ref. 2). Zie hieronder de scans van de relevantie pagina's.
Genealogie Harduemont  voortkomend uit het huis van Warfusée met als nakomelingen Henry en Arnoul (zoon) de Rocour(t).  Arnoul en NN de Braibechon de Milmorte hebben nakomelingen gekregen.
Genealogie van de familie Warfusée, voorkomend uit het Franse huis Donmartin alias Dammartin.




Wordt vervolgd



Referenties
(1) Miroir de Nobles de Hesbaye (1102-1398). Genealogy de Harduemont pp 85. Jacques de Hemricourt (Bruxelles 1673, pdf file: google books)
(2) Oeuvres de Jacques de Hemricourt (C. de Borman & E. Poncent). Tome 2, Codex diplomaticus & Tableaux genéaloqiques. L'Academie Royal de Belgique (Bruxelles, 1925). Harduemont: pp 241 & 428, Warfusée: pp 395 & 482-488. Pdf file: weblink

 


donderdag 19 april 2012

De Drie Dirken uit Halen, Leuven en Diest.

We zijn op zoek naar de aansluiting van de familie van Roucourt en varianten uit Halen en Leuven met de familie van (den) Rouchout en varianten uit Sint-Truiden. In de vorige blog is de genealogie van de belangrijkste Rouchout alias Rochaut tak toegelicht tot het eind van de 16de eeuw. In het begin van de 17de eeuw duikt de naam Roucourt en varianten op in de regio Halen - Leuven.

De onderzochte Rouchaut familie bestaat uit 3 (of vier) zonen van Amelius vanden Rouchaut die in 1596 hun leenrechten bij Guvelingen en Berlingen van de Abdij van Sint-Truiden verkopen en daarna ieder hun weg gaan. Kinderen van Renier (Render), Robert (en Arnold, vernoemd naar de grootvader?) vinden we terug in de doopregisters van het OLV kerk te Sint-Truiden. Renier en zijn nakomelingen, inclusief echtgenotes worden genoemd in de archieven van Sint-Truiden als vertegenwoordigers van diverse Gildes en als vroedvrouwen. Zoon Amelis van Rochout is echter niet gevonden. Eventuele sporen van stamvader Dirk van Roucourt (zoon van Amelis van Rochout?) zijn ook nog niet aangetroffen in de archieven van Sint-Truiden.


Dirk (1) van Rockourt alias Roucourt uit Halen (ref. 1)

Vanaf 1610 tot 1637 wordt stamvader Theodorius (Dierick, Dirk 1) van Roucourt alias Rookou, Rockourt  beschreven in de archieven van de stad Halen, circa 15 km ten Noorden van Sint-Truiden. Hij is getrouwd geweest met Anna Stas (van Herk-de-Stad?) en Maria Claes en krijgt in het totaal 9 kinderen, waarvan er minimaal 6 op jonge leeftijd overlijden. Hij wordt in 1633 concierge van het college van Halen en is nog een aantal keer vernoemd in de Schepenbanken. In 1637 wordt zijn taak als belastingontvanger t.b.v. verbeteringen aan de dijken van de Demer hem fataal. Hij wordt doodgeschoten door de soldaten van de Prins van Oranje. Los van het feit dat hij blijkbaar net als zijn mogelijke Rouchout voorvaderen een (bescheiden) bestuurlijke functie bekleedde, zijn er tot nu geen heldere verbanden van hem met Sint-Truiden gevonden. Dit komt mogelijk omdat een belangrijk deel van het archief van Halen in de eerste wereldoorlog verloren is gegaan.


Dirk (2) van Rochaut alias Roucourt uit Leuven

De belangrijkste link van de familie Roucourt met de eventuele voorvaderen uit Sint-Truiden, blijkt uit een doopakte van Johannes dd. 7 februari 1636 (St. Jacobskerk te Leuven), zoon van Theodorius (2) van Rochaut en Joanna Verwijst. Johannes staat nu bekend als 17de-eeuws Belgisch Theoloog.












Junius 1636
7 Eodem die baptiszatus est Joes filius Theodorici
van Rochaut et Joanna Verwijst coniugum
suscep(t) Henricus Hauwers et Mechteldis Isaacx

 
Theodorus (2) en Joanna zijn in februari 1635 getrouwd te Leuven (parochie St. Jacobskerk).
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


feb. 1635 contraxerunt sponsalia
sine et dispensatione mediante
.--- Theodoris van Roucoer
et Joanna Verwijst coram testibus
Carolo Zegers et Leonardo Bacx


Opvallend is dat Dirk (2) zeer verschillende varianten van de familienaam gebruikt: "van Roucoer"  in 1635 en "van Rochaut" in 1636.  De laatste vorm komt met name voor eind 16de eeuw bij de familie "van(den) Rouchout" uit Sint-Truiden. In latere jaren gebruikten Dirk (2) en zijn zoon Johannes de familienaam "Roucourt".


Dirk (3) Roucourt, brouwer te Diest

Maar, hoe weten we dat Dirk (2) inderdaad een zoon is van stamvader Dirk (1)  van Roucourt uit Halen? Naast de overeenkomst in de voornamen, zijn er minimaal twee documenten die de verwantschap bevestigen.


(ref 2) Verkoop van een erfelijke rente van 12 gulden en 10 stuivers van een kapitaal van 200 gulden aan Jan Glaumans door Maria Roucourt, dochter van Tillemans en Jenne Glaude. De rente is verkregen door een erfenis van haar oom Dierick (2) Roucourt uit Leuven.









































(ref 3) Vernieuwing van een contract gedateerd 16 juni 1698, betreffende de verkoop van erfrente. Sr. Diriek (3) Roucourt, brouwer te Diest verkoopt erfrente met procuratie van zijn vrouw Anna Vrancken aan Mr. Laurent Henrion ten behoeve van zijn zuster juffrouw Maria Henrion, begijntje (zie ook ref 8). De erfrente is hem toegevallen uit de erfenis van zijn oom Dierick (2) Roucourt volgens een akte van 24 juli 1684 bij notaris Henrion (fragment hieronder).










































Er is mogelijk een tweede directe link naar de familie te Sint-Truiden via Dirk (3) Roucourt, brouwer te Diest. Georgius Otten was lid van het brouwersgilde te Sint-Truiden en werd in 1676 verkozen tot meester. Hij is rond 1663 getrouwd met Catharina Roeckauts alias Roeckaerts en het echtpaar krijgt in de periode 1665 tot 1684, acht kinderen (ref.6). Bij een aantal kinderen zijn de doopgetuigen interessant:

(2) Joannes °13-7-1666, doopheffers Willem Gierinx en Catharine Stasseyns
(4) Petrus °4-2-1671, doopheffers Petrus Otten en Anna Stassen   
(5) Georgius °5-11-1674, doopheffers Arnoldus Vrancken en Elisabeth N.

De eerste vrouw van Dirk (1) van Roucourt heette Anna Stas. De vrouw van Dirk (3) Roucourt was Anna Vrancken.

(1) Odilia, °11-1-1665, doopheffers Franciscus Roockhauts en Maria Weijnants.
(3) Andilla °15-9-1668, doopheffers Walteris Otten en Maria Roeckaerts.
(6) Franciscus °29-3-1678, doopheffers Franciscus Roeckaerts en Maria Magdelena Dirix.

In de inventarisatie van het doopregister Sint-Truiden vinden we een aantal kinderen van Jan (Johannes) van Rouchaut, getrouwd met Elisabeth van Mielen (ca 1632) en Johanna van Mielen (ca 1642), waarvan de voornamen en de periode corresponderen met bovengenoemende doopheffers en de vrouw van Georgius Otten (ref. 7). Een overzicht:

°12 juli 1632, Catharina van Rouchaut
°1 april 1635, Catharina van Rouchaut
°5 juni 1637, Elisabeth van Rouchaut
°8 april 1640, Franciscus van Rouchaut
°10 juli 1642, Catharina van Rouchaut
°9 juli 1649, Jan (Johannes) van Rouchaut
°18 juli 1650, Maria van Rouchaut

Het zou dus kunnen dat dit gezin redelijk verwant is met de familie in Halen en Diest. De vader van Jan/ Johannes van Rouchaut zou bijvoorbeeld een broer kunnen zijn van Dirk (1) uit Halen. Bij een volgend bezoek aan het RA Hasselt de doopgetuigen controleren.


Huis te Ottenburg en in de Donckerstraat te Leuven.

Bovengenoemde erfrente betreft goederen te Ottenborgh die zijn verkocht op 22 februari 1680 (ref 4). Een samenvatting van de akte. "Verkoop van goederen te Ottenborgh door Didrick (2) Roukourt, ingezetene en burger van Leuven aan Hendrick Thomas, toebehoort hebbende aan Niclaes Nijs en Cattlyn vanden Berghe, zijn vrouw. Tegen een rente van 32 gulden en 10 stuivers per jaar. Materiaal voor het herstellen van het huis werd aangevoerd". Het betreft waarschijnlijk een huis of hoeve te Ottenburg, circa 20 km ten zuiden van Leuven (Google maps). Handtekeningen van Diriec Roucourt, H. Thomas en Notaris L. Henrion (zie hieronder).















Een verdere bevestiging van de familieverbanden verkrijgen we uit een notariele akte kort na het overlijden van Dirk (2) Roucourt te Leuven (ref 5). Een korte samenvatting: "Verhuur van een huis met hof, achterhuizen en alle toebehoren staande in de Donckerstraat te Leuven, voor een termijn van drie jaar aan de heer Jan Proost. Huur is honderd gulden per jaar. De eerst ondertekende Marie Verwijst (weduwe van de op 7 maart 1684 begraven Dierick Roucourt) behoudt het recht de door haar bewoonde kamers haar levenlang te blijven bewonen".

Aanwezig bij de akte zijn ook: Jan Gesellen, als man en momboor van Anne Roecourt en Marie Roucourt (die ook mee ondertekent, zie ook hierboven haar handtekening als dochter van Tillemans Roucourt en Jenne Glaude).












Helaas ontbreekt nog de erfenisverdeling van Dirk (2) Roucourt, gedateerd op 24 juli 1684. Naar deze akte is in het verleden reeds gezocht en ook recentelijk nog in het RA Leuven. De speurtocht wordt voortgezet, want mogelijk bevat dit testament aanwijzingen richting Sint-Truiden. Wellicht is er ook nog een erfenisverdeling van Tilmannus Roucourt, de jongere zoon van Dirk (1) van Roucourt? Timannus is op 26 mei 1684 overleden, eveneens te Leuven. De boedelscheiding in 1698 van de Nederlandse stamvader Hendrik verwijst helaas enkel naar Leuven en Halen (ref. 9).


Referenties

(1) Dirk (1) van Rockourt alias Roucourt was concierge van het stadhuis van Halen en is getrouwd geweest met Anna Stas en Maria Claes. Hij is op 10 juli 1637 doodgeschoten door soldaten van Oranje uit Maastricht.  Dirk (2) van Rochaut alias Roucourt is de oudste zoon van Dirk 1. Zijn geboortedatum en plaats zijn onbekend, maar hij trouwde in 1635 met Johanna Verwijst te Leuven. Voor zover nagegaan woonde hij zijn hele leven in Leuven en is daar in 1684 overleden.  Dirk (3) Roucourt is de oudste zoon van Tilmannus Roucourt (jongere zoon van Dirk 1, gehuwd met Joanna Glaude) en geboren te Halen in 1659. Dirk (3) was gehuwd met Anna Vrancken en brouwer te Diest.

(2) Notariele akte 17 april 1692. Notaris Laurent Henrion te Leuven (ARA Brussel, mogelijk verplaatst). Vernieuwd voor Schepenen 5 april 1698 (Schepenbank Loven, SAL 8297 folio's 333°-334-334°)

(3) Schepenbank Leuven. SAL 8297 folio's 469,469°,470,470°,471

(4) Notariele akte van notaris L. Henrion te Leuven, gedateerd 22 februari 1680 (ARA Brussel, mogelijk verplaatst).
 
(5) Notariele akte van notaris L. Henrion te Leuven, gedateerd 1 juli 1684 (ARA Brussel, mogelijk verplaatst).

(6) Over de familie Otten uit Sint-Truiden. Piet Severijns. Vlaamse Stam. Jaargang 9 pp. 52 (1973).

(7) RA Hasselt (leeszaal). 10 jarige Tafels Sint-Truiden 143 (3b).


(8) In 1698 koopt Theodorus Roucourt (2) uit Diest samen met zijn vrouw Anna Vrancken voor 350 gulden land aan de Zichemseweg te Cagevinne. De verkopers waren Peeter Stramot en zijn vrouw Herderien van Moock. Notariele akte, 27 juni 1698. notaris Anceau te Diest (ARA Brussel). Vernieuwd voor Meyer en Schepenen van Leuven, 3 Juli 1698. (GA Leuven: SAL 8298 folio 24,24°,25,25°, handtekeningen hieronder).













(9) GA Leuven. Schepenbank SAL 8297 folio's 233-238.



Gerelateerde blogartikelen:

23 maart 2012: De Foeuda van de Abdij Sint-Truiden ontrafeld.
28 januari 2012: Johannes Roucourt, een bijzonder familielid.
17 oktober 2011: Meer over stamvader Dirk van Roucourt (2).
30 augustus 2011: Meer over stamvader Dirk van Roucourt (1).
28 januari 2011: De leenboeken van de Abdij van Sint-Truiden (2).
15 januari 2011: De leenboeken van de Abdij van Sint-Truiden (1).
2 oktober 2010: De brug tussen "Van Rookou" en "Van Rouchout"

***

vrijdag 23 maart 2012

De Foeuda van de Abdij Sint-Truiden ontrafeld.

(Toevoegingen 16 april)

Bij de zoektocht naar de aansluiting van de familie van Roucourt uit Halen, Leuven, Diest met de familie vanden Rouchout (Roechout) uit Sint-Truiden, blijkt de Foeuda van de Abdij van Sint-Truiden een belangrijke sleutel te zijn. Dit werk, geschreven door Abt Maurus van der Heijden in 1707, is een samenvatting van een groot aantal leenregisters en gichten van de Abdij uit de 14de - 18de eeuw. Het werk is voorzien van een mooie handgeschilderde omslag (ref 1).

























De Foeuda beschrijft de overdracht van de leengoederen (landbouwgronden, huizen etc) van generatie op generatie. Tijdens deze gebeurtenissen werd de eed aan de leenheer uitgesproken. Dit noemde men het leenverhef ofwel releveren (reliveren). Lees ook de Genwiki Limburg (ref 2).








































De zeer waarschijnlijke voorouders van stamvader Dirk van Roucourt uit Halen worden meermaals genoemd in de Foeuda van de Abdij van Sint-Truiden. Zij waren leenmannen (en ook vrouwen komen voor) van lenen bij Guvelingen (gehucht bij Sint-Truiden), Berlingen (Ingelingen), Kozen en in de stad Sint-Truiden (St. Jans). De Abt heeft een groot aantal voorgaande leenregisters geinventariseerd en beschreven in zijn werk van 1707. Volgens de archivaris van het RA Hasselt is de Foeuda van notariële kwaliteit en kan als primaire referentie worden beschouwd.

Voor het genealogisch onderzoek naar de familie vanden Rouchout, blijkt de Foeuda een belangrijke bron. Immers de lenen werden van generatie naar generatie overgedragen, dus familieverbanden worden snel duidelijk. Echter, wel met een moeilijkheidsgraad: de teksten zijn in het Middeleeuws Latijn en dat vergt dus puzzelwerk en geduld voordat de betekenis van de teksten is ontrafeld.

Zeer relevant blijkt het leen bij Guvelingen. De beschrijving komt namelijk zeer dichtbij de mogelijk directe voorouders van stamvader Dirk van Roucourt uit Halen. Ter illustratie van het belang van leenboeken wordt daarom de folio Guvelingen (507) meer in detail behandeld.

Foeuda Guvelingen 







































De kop van de folio beschrijft het leen en de tekst van de Abt luidt alsvolgt:

De Uno Bonuaro et 15 Virgatis magnis ex tribus uim dimidio Bonuarijs terra arabilis jacenta in una petia apud Guvelingen prope mansionem de Spernai Wariscapijs intermedij juxta viam tendentem versus Molendinum inter terras Gerardi de Alken et Tilmanni Roecaert et Wilhelmi Barbiton Joris.

vertaling:

"Betreft 1 bunder en 15 grote roeden land behalve 3,5 bunder landbouwgrond liggend aan een deel bij Guvelingen dichtbij het huis van Spernai Wariscapijs aan de weg naar de Molen tussen de landerijen van Gerard van Alken, Tilman Roecaert en Wilhelm Barbiton Joris"

Het leen betreft dus land bij Guvelingen in de nabijheid van het huis van Spernai. Opvallend is dat Tilmanni Roecaert wordt genoemd als één van de buren van dit leen. De naam Tilmanni is zeldzaam en Tilmannus Roucourt (1631-1684) is zoon van stamvader van Dirk van Roucourt. De naam Tilman in onze familie is zeer waarschijnlijk afkomstig van Tilman Stas (Herk-de-Stad), de vader van de eerste vrouw van stamvader Dirk: Anna Stas. Verder wordt er expliciet beschreven dat 3,5 bunder landbouwground van dit leen is uitgesloten. Tenslotte wordt de naam Spernai genoemd. We vinden deze naam ook terug in een historisch werk, waarin de familie Spernay wordt beschreven met bezittingen te Guvelingen (ref 3).


























Na de beschrijving van het Guvelingen leen in de kop van folio 507, volgt een chronologisch overzicht van de respectievelijke leenmannen. Van 1503 tot 1596 wordt de familie vanden Roechout genoemd:


(1) 1503 28 Septembris Robertus Rouchaut maritis Margaretha Vos relevauit EG 205 ED 192

vertaling:

"28-9-1503 Robert Roechout trouwt met Margareta Vos en leenverhef"

Alhoewel dit zinnetje snel is opgeschreven, heeft het woord "relavauit" en varianten daarvan me lang bezig gehouden. Totdat ik realiseerde dat het werkwoord "releveren" slaat op de overdracht van het leen naar een volgende generatie, danwel naar een nieuwe eigenaar. De beschrijving van de Genwiki Limburg heeft daar veel bij geholpen! Het leen Guvelingen is dus door huwelijk met de familie Vos in de familie vanden Roechout gekomen.

(2) 1540 25 Octobris Aert vanden Rouchaut naer ovel sijnder auders relevauit ED 192

OK Abt, een stukje middelnederlands ertussen:

25-10-1540: Aert (Arnold) vanden Roechout leenverhef na het overlijden van zijn ouders. Aert was dus blijkbaar de erfgename zoon van Robert en Margaretha Vos.


(3) 1574 22 Nouembris Rta Arnoldi vanden Rouchaut posui in morniburium Emilium filium suim ED 192.  Dns Joannes vanden Rouchaut canonicus collegiata Ecclesia Beatae Maria Virginis Trudonis post obitum praefati Arnoldi suo es cosaeredum nomine relevauit ED 192 extra folio (v)

vertaling:
 
22-11-1574:  Rechter Arnold vanden Roechout, onder voogdij, opgevolgd door zijn zoon Emilium. Heer Joannes vanden Roechout, Kannunik van de OLV kerk te Sint-Truiden, leenverhef overdracht na het overlijden van zijn kozijn Arnold. (kozijn = achterneef)

Bovenstaande vertaling nog met enig voorbehoud, maar waarschijnlijk was Emilium bij het overlijden van zijn vader nog erg jong en is zijn verwant Joannes tijdelijk leenman geweest. Voor de naam Emilium worden varianten gebruikt zoals Amelis, Amelium, Ameil, Emilie, maar alles wijst erop dat het dezelfde persoon betreft. Rechter Arnold vinden we ook in andere archiefstukken, inclusief zijn Rouchout zegel (vijf ruiten van Hamal met daarboven vier merlettes).

(4) 1596 22 Novembris Wilhelmus Minsen titulo emptionis erga proles Emilij van den Rouchaut de nuevietate 3,5 bonuariorum juuestitur EE 212 en FF 81


vertaling:

22-11-1596 Wilhelmus Minsen koopt de titel tegenover/jegens nakomelingen van Emilij van den Roechout waarvan 3,5 bunder (landbouwgrond) opnieuw rechtmatig vastgelegd.

Dit is de laatste verwijzing van de familie vanden Roechout bij het leen Guvelingen. De vraag is natuurlijk wie de nakomelingen zijn van Emilij van den Roechout? Dat staat er helaas niet bij. De Abt geeft wel bij elke beschrijving één of meerdere referenties en in dit geval EE 212 en FF 81. Met behulp van de inventaris opgesteld door Michel van der Eycken in 1985 (ref 4) konden de originele werken worden achterhaald: Leenboek 1603 en de Gichten 1612. En deze werken blijken ook aanwezig in het RA Hasselt.

Leenboek Abdij van Sint-Truiden (1596)








een eerste transcriptie: 
 
Anno 1596. Novembris 22 . Wilhelmus Minssen emit ptacfa duo bonuaria terre a Rendro, Roberto et Amelis van Rochout filys Amely van Rochout pretio et aditconibus per Bollis in suo protocollis egerissit smiags de ijl prefatit Mynssen Amstiturs et fidelitatis iuramichtuun prijsfitit put moris Puntibus m.Godefrido Jthrio Lornetemlete, M Johannes Putzijns Nicolas Bollis, Roberto van Jouck et alijs Vassallis.

Wat in ieder geval uit de tekst blijkt is dat Willem Minssen, op 22 november 1596, 2 bunder land  (duo bonauria terre) koopt (emit) van Rendro (Render, Renier), Robert en Amelis van Rochout, zonen (filys) van Amely van Rochout.

Dus we hebben geluk en de nakomelingen van Emilij/Amelium vanden Roechout, waarna verwezen wordt in de Foeuda, blijken met naam te worden genoemd in de bron van de Abt. Weer een generatie verder, en ... Renier (Render, Rendro), Robert of Amelis zouden de vader van Dirk van Roucourt uit Halen kunnen zijn geweest.


Gichten Abdij van Sint-Truiden



 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

De transcriptie van deze folio is een hele klus, maar hieronder een gevorderde versie:

1.Allen aen gheene die dese hij sullen sien oft horen leesen
2. sal uyt ---
3. dat voor ons mr Goret van Ittre van beyde die rechte
4. Liebaet stadthelder onser heeres Heer Levins
5. Belt Alet ende prelaet als meesters ende here der stadt
6. Sint Truiden van sijns caesaele Sint Truidens der selve
7. mr Jan Putzeijs , Nicolaus Bollis , Robert van Jueck
8. Jan Peeters ende Henrick van Se(?)r leenmannen ende vassallen
9. des leenen aels naer(vooren) ? Gh --stslijcts gecompareert sijn
10. Render, Robert ende Amelis van den Rouchout alle
11. kijnderen wijlen Amelis van den Rouchout hebben u
12. voorgaende octroije alsoo tsamen als inne ijder ---
13. voor ons stadthelders hant opgedraghen -------
14. allen huns recht tot orbar ende behoeff Wilhelmis Minssen
15. .---- de twee bunder lants leenen ghelegen
16. tot Sperneij velt te Guvelingen ---- die stadt
17. .---- ter ene zijde het clooster Sante Luciedael ter tweede zijde Peeter
18. Menssen en andere twee zijden waer ende duwijder ?? roije hevest
19. gu -- te vor Brat Lijcop naer lantscap ende eene -----
20. .--- peninck ?, tot eene godtspeninck waer aff die opdrager
21. bekenen ivienst ende voltaelt te sijn ende Renser ende Robert

Ook hier lezen we dus de drie zonen van Amelis van den Rouchout die 2 bunder land overdragen aan Willem Minssen.


Aanvulling 16 april 2012: Schepenbank Sint-Truiden 


Tijdens een bezoek op 28 maart j.l. gezocht naar sporen van Dirk van Roucourt in de Schepenbank van Sint-Truiden. Helaas, niets gevonden (ref 5-7).

Wel een akte over de verkoop van een huis en toebehoren voor 50 Brabantse guldens door Renier (Render) Rouchouts op 8 februari 1599 te Sint-Truiden (ref. 5). Dit is zeer waarschijnlijk Render vanden Rouchout die hierboven is genoemd. Hieronder de scan van de folio's, inclusief een eerste transcriptie.




















Voir Renier Rouchauts

Allen den ghenen die dese tegenwoordigge weteren sullen
lesen oft horen lesen Saluijt wij meester Lambregt van
Stapel Regter inden hoff van Stapele die bij liggende
hoff bijnnen deze Stadt St Truiden ende aldues om-
trint, meester Willem Pikaerts, Levark Tsgroots, Robert
van Aunek, ende Jan Pantsarts alle Scepenen der hoogge
tgerecgts der Stadt vanbij ende voir sulks Laten det voir-
ginnende hoffs met operEnten kennisse der waergelijt voern
coudt ende te weten dat op heden dato onder gescreven
voir ons meyer ende Latgen als voer gericgte voirbij
engentlijcken gezamplriket endo egeslaen Antgaen ….…
der ..kue kennende Render Rouchouts presenterende en sekne
versoekiende syne namerders cappe gaen zekere aen huijs
metten appenditien gelegen ten Reye (?) men als der



























voergaede zuegelen ende bruepluen daer dese onse deur
getransfreert zijn bijden seluen antgoen aen Jan van hier
als man ende momboir Elisabetz Perkstert tgerirgt ende
nocg nijer verimet hoff t selnie huijs metten selke recgten
die hij mede sulks besittende was opgedraggen mets vryen
tot ..rboer ende behoeff van Render Rouchouts synen appr..
imter vorbij ende hoff ten dyen eynde bekandt te hebben
ontfanggen vijffticg gulden brabants eens bije helen inden
acanesti desselffue huijs aen sijnen vercooperen gescgoeten
ende vandre alle andere costen van regte welken vol-
gende is Render voirbij te sijnen versueck uit varrigdt-
ggen huijs metten appenditien wettelijck te zijnen ver-
sueck uit tegenwoordiggen huijs metten appenditien wette-
lijk te zijnen versuek uit voiropgedraggen huijs metten ap-
penditien wettelijck te zijnen versuck niue ons hoeffs regt
onlekdt elks anders goet recgt gegicgt ende gegoidt.

Dwelk is bije onssen recgter voirbij in hoiden onsser
latgen gehort ende onssen gedencknisse beu len Per
errouden hebben wij Jan herrowen Scgoultet sijne emre-
forstlijher egenliedens bisscops tot Luydick in zijne stadt
St Truijen, Willem Tayen, Jan Tsgroots, Claes van
Doerntel en de Loyck de Bailge alle Scepenen des hoo-
gge gerigts der stadt voirbij ter beden des meyers
lutgen ende eller partijen onsse propere zegelen desen
weeren aengehanggen aldus gescguer juden jaeren der
saliger geboorten des Leeffs heren Jesu Egristiusz
men screff duijsent vijffhondert en de negenennegentig
den acgden dacg der maent februarij (8 februari 1599).


Tevens vinden we kinderen Renier, Robert, maar ook Arnold van den Rouchaut (vernoemd naar de grootvader?) terug in een overzicht van het doopregister Sint-Truiden (eind 16de - begin 17de eeuw, ref. 8). Echter, eventuele kinderen van Amelis zijn niet vermeld.






















***

Referenties:
 
(1)  RA Hasselt. Foeuda (1707, Abt Mauri van der Heijden). Het register dient als repertorium op de leenboeken van de Abdij van Sint-Truiden en geeft een analyse van alle verheffingen van 1355 - 1763. De verschillende lokaliteiten staan alfabetische gerangschikt. RA Hasselt. Toegang 717, Inventarisnr 674.
 
(2)  Genwiki Limburg : http://genwiki.nl/limburg/index.php?title=Verhef
 
(3)  Notice historique sur l'ancienne paroisse de Guvelingen sous St. Trond (J.Gerard). In: Bulletin de la section litteraire de la Societe des Mélophiles de Hasselt. Volume 1, pp 45-58 (Hasselt, 1864).  
   
(4)  Het archief van de benediktijnerabdij van Sint-Truiden. Deel 1 - Inventaris (Michel van der Eycken). RA Hasselt, toegangsnummer 717 (Brussel, 1985).

(5)  RA Hasselt. Archief van de Schepenbank van Sint-Truiden toegang 2006, inventaris 29 (7 jan 1598 - 24 mei 1608) folio 62(v).

(6) RA Hasselt overigen Schepenbank van Sint-Truiden (toegang 2006) bekeken 28-3-12:

nr.25 (1578-1609), folio 35 vernoeming dns Johannes vanden Rouchout. In het algemeen erg moeilijk te lezen omdat koppen ontbreken tot 1589 (circa folio 140).
nr.26 (1552-1589), folio 63, 120 en 202: Balthazar van Wezeren
nr 27 (1582-1606), folio 104-105: Balthazar van Wezeren
nr 30 (1602-1609): heel slecht te lezen!
nrs. 33, 34 en 35 (1628-1638): weinig info
nr 37 (1640-1641): folio 170: Renier van den Rouchout
nr 42 (1651-1654): folio's 171,234, 286: Renier van den Rouchout

(7) RA Hasselt. Leenboeken Abdij Sint-Truiden (toegang 717): Leen Guvelingen bij Spernaij inv. 653 (f.146), inv. 655 (f.148), inv. 656 (f.146) en inv. 657 (f. 146). Geen vernoeming meer van de familie vanden Rouchout. Gichten van de Abdij Sint-Truiden niet goed bekeken (slecht te lezen): toegang 717, inv. 667, folio 81 t/m inv. 673.

(8) RA Hasselt (leeszaal). 10 jarige Tafels Sint-Truiden 143 (3b).



Oude hoogstam bloesemboomgaard te Guvelingen (bron).

dinsdag 14 februari 2012

Jan van Boechout (alias Roechout) kwam uit Brabant en niet uit Vlaanderen.

In de blog van 22 januari is de optie besproken dat Jan (Johannes) van Boechout (alias Roechout) uit de regio Gent afkomstig was i.p.v. uit de regio Brussel. Immers, de oorkonde uit 1355 getranscribeerd door Charles Piot en vertaald door dr. J.C. Kort spreekt van Klarissa de Myrabile (ref 1,2 en 3). Jean Vilain, heer van Bouchaute bij Assenende, was getrouwd met Claire de Mirabelle. De vraag is dus: kwam Jan van Boechout uit Vlaanderen of uit Brabant? Het antwoord ligt waarschijnlijk in de overige personen die worden genoemd in de oorkonde omtrent de tienden van Baardwijk.










We lezen in het origineel en de vertaling dat de zuster van Jan van Boechout, Elisabeth, was getrouwd met Hendrik Quaribbe, na het overlijden van Willem, heer van Dongen, zoon van Willem van Duvenvoorde. Welnu, Hendrik Quaribbe alias Quarebbe wordt genoemd in een genealogie zoals vastgelegd door Alphonse Wauters (ref 4).




































De naam komt dus uit de Brabantse regio Brussel-Leuven (Kwerps-Erps). Hendrik Quaribbe vocht tijdens de slag bij Basweiler, net als Jan van Boechout uit Brussel, onder de Hertog van Brabant. Bewijs hiervan vinden we ook in andere werken (ref 5). 

In meerdere oude werken, waaronder de Diplomatum Belgicorum uit 1627, vinden we per periode een opsomming van edelen en ridders uit het Hertogdom Brabant. De hieronder weergegeven "Tabula Cortenberges", vermeldt de namen die de oorkonde van Kortenberg hebben ondergetekend (ref 6).




 


















Deze oorkonde uit 1372 stamt dus uit de periode van Joanna en Wencelas van Brabant.  De volgende namen komen voor:

- Joannes de Pollanen, dominus de Lecke & Breda
- Joannes de Boechout, Burgravius Bruxellensis
- Henricus de Quaderibbe, Dominus de Bierges

Deze namen staan ook gebroederlijk in de oorkonde omtrent de tienden van Baardwijk, waarna ook wordt verwezen in de Foeuda van Abt Mauri van der Heyden (ref 7). Dus, het is het meest aannemelijk dat Jan van Boechout, alias Roechout, uit Brabant kwam en Borggraaf van Brussel was. Overigens was Jan van Boechout pas vanaf 1362 Borggraaf en dus niet ten tijde van de Sint-Truidense oorkonde omtrent de tienden van Baardwijk (1355). 

Tenslotte is er nog een extra bevestiging gevonden van een deel van de hierboven beschreven verwantschappen in de "Notititia Ecclesiarum Belgii" en zoals ook vermeld in het werk van Constant Noppen (ref 8 en 9).



Genealogie Jan van Boechout (Bouchout) uit Brussel en directe familie (ref 8)


Jan van Boechout (Bouchout), borggraaf van Brussel vanaf 1362 was een zoon van Gilles II (Aegidius) van Boechout en had een zuster Elisabeth die was getrouwd met Willem van Duvenvoorde. Zijn oom was Jan van Boechout, heer van Humbeek (en Loenhout). De zoon van deze Jan, Daniel III van Boechout was een tijdgenoot van borggraaf Jan van Boechout en wordt vermeld in de Diplomata Belgica als "Daniel de Bochout, dominus de Hoenbeke & Loenhout" (hierboven pp 420, bovenaan).



Not. Eccles. Belgii pag 680 (ref 9)




Not.Eccles. Belgii pag 681 (ref 9)
  

  
In de Notitia Ecclesiarum Belgii wordt de oom van Jan van Boechout genoemd rond 1315 als "Ioannem de Bouchout Dominum de Loenhout, militim" (bovenaan pagina 680). In de NOTATIO (tweede paragraaf, periode ergens tussen 1345 en 1398) lezen we:  "Dominus Ioannes de Bouchout, filius (zoon) quondam Aegidij (Gilles) de Bouchout, militis, promisit Wilhelmino de Duvenvoirde, filio (zoon) Wilhelmi Domini de Oisterhout & Elisabethe ius uxori (zijn vrouw)" ...  


Samenvattend

Op basis van beschikbare literatuur zijn de relaties van heer Jan van Boechout (alias Dnm Jan van Roechout in de Foeuda) zoals beschreven in de Sint-Truidense oorkonde uit 1355, zoveel als mogelijk geverifieerd. Alles wijst erop dat hij borggraaf Jan van Boechout was en dus behoorde tot de heren van Boechout met hun waterburcht te Meise. Het is dus zeer waarschijnlijk dat Klarissa de Myrabile (echtgenote van Jan van Boechout in 1355) en Claire de Mirabelle (echtgenote van Jean Vilain, heer van Bouchaute regio Gent) twee verschillende personen waren!



Referenties

(1) RA Hasselt. Abdij van Sint-Truiden, oorkonde 705 (1355). 

(2) Cartulaires de L'Abbaye de Saint-Trond. Charles Piot. Tome 1. Cartulaire CCCXCVI. pp 526-532 (1870, Bruxelles).

(3) Ons Voorgeslacht Jaargang 41. dr. J.C. Kort.  Lenen van de Abdij St.Truiden in het Land van Heusden 1242-1627. (1986, Zuidhollandse Vereniging voor Genealogie). 

(4) Histoire des Environs de Bruxelles. Alphonse Wauters. Tome 3. La Seigneure de Quaderebbe. pp 196-200 (1855, Bruxelles).

(5) Annales de la Societe L'Archelogie de Bruxelles. Tome 11. J.Th. De Raadt. La Bataille de Basweiler (22 aug. 1397), Liste des Combattants du Duc Wencelas. pp 278-301 (1897, Bruxelles).

(6) Diplomatum Belgicorum. Libi Duo. Aubertus Miraeus. Caput XCVIII. Tabula Cortenbergenses 1372. pp 418-420 (1627, Brussel).  

(7) Leenregister "Foeuda cum ferie Vassalorium Exempte et Imperialis Monasterij St. Trudonis ord: St. Benedicti. D. Mauri vander Heyden, Abbatis (1707). RA Hasselt. Toegangsnummer 717, Inventarisatienummer 674. Folio 63: De Decima de Bardewijck.

(8) De heren van Bouchout en hun Waterburcht te Meise. Constant Noppen. Genealogie pp 38. (1991, Brussel).

(9) Notitia Ecclesiarum Belgii. Aubertus Miraeus. Duvenvordij varii ecclesiis benefaciunt. pp 380-381. (1630, Antwerpen).  

***