maandag 22 februari 2010

Het mysterie "Boechout" versus "Roechout", wat zeggen de familiezegels?

Verder speuren naar een mogelijke relatie tussen de namen Rouchout en Bouchout in Sint-Truiden. Abt Mauri van der Heyden meldt in zijn leenregisteroverzicht van 1707 de naam Johannem (Jan) van Rouchout in de periode 1358-1389. In het begin van de volgende eeuw volgen Robert-, Johan-, Wouter- en Hendrik van Rouchout. In de kroniek van Sint-Truiden en het oorkonden overzocht van Piot wordt in de 14de eeuw de naam "Bouchout" gemeld en is de naam "Rouchout" niet terug te vinden. Zijn het 2 verschillende families en heeft abt Mauri zich vergist?




























D: Joanni de Rouchaut ontvangt in 1359 de tienden van Bardewijk voor het altaar van de Abdij van St.Truiden, aldus het leenregister van Abt Mauri van der Heyden in 1707. In de Kroniek van St.Truiden wordt bij dezelfde gelegenheid Domno Johanni "de Boechout" genoemd. Heer Jan van Rouchaut (alias Rouchout) en heer Jan van Boechout (alias Bouchout) lijken dezelfde persoon....  


Of is de familienaam veranderd van Boechout naar Roechout? Immers, rond 1420 wordt gesproken over de erven "van Roechout", dus de familie was toen al een of meerdere generaties in Sint-Truiden.



















Boven: uit de periode 1426 - 1427 zijn er 3 oorkonden (landkommanderij Ouden Biezen) bekend die een regeling treffen naar aanleiding van de geschillen over de nalatenschap van de ouders van Robert, Wouter en Johan (Jan) van den Roechout en schoonbroer Michel Sgroets.
Onder: de vroegst-bekende Nederlandse spellingen van de familienaam "van den Roechout" (periode: 1400-1426)  








Wellicht dat een vergelijking van de familiezegels/wapens meer inzicht biedt? Weer naar mijn privilege abonnement van Geneanet, waar het werk van Jean-Theodore de Raadt uit het eind van de 19de eeuw is in te zien. Hij heeft een grote verzameling aan familiezegels beschreven.

      













Dit werk heb ik al eens geraadpleegd voor het "Rouchout" zegel. Het waarschijnlijke familiewapen dat gebaseerd is op het wapen van Hamal. (als je op de figuren klijkt, worden deze vergroot weergegeven; terug naar de BLOG tekst met het linkerpijltje)












Net als een aantal andere families bestaat de hoofdcomponent van het familiezegel uit de vijf ruiten van de adelijke familie Hamal. De familie Rouchout heeft waarschijnlijk als vazal in Sint-Truiden een variant (ander kleurenpatroon) van het Hamal zegel aangenomen. Immers, dan wist men waar je bijhoorde. In deel 3 van het werk van De Raadt staat op pagina 280 het zegel meer in detail beschreven. Als voorbeeld is het zegel van Robert van den Rouchout genomen. Hij was rond 1480 wethouder (schepen) van Sint-Truiden. We weten dat het wapen al eerder in de 15de eeuw werd gebruikt (zie de website op de Rouchout pagina). 




















Onder de beschrijving van het Rouchout zegel, staat het zegel van Willem Rouckhoudt uit 1700. Hij was wethouder van Vilvoorde. "Vijf vogels (3+2) en boven getralied". Weinig overeenkomst met het Rouchout zegel dus.
Boven de beschrijving van het Rouchout zegel wordt Jean Rouc alias Roeck gemeld. Hij was verbonden met de abdij van Nazareth in de buurt van Lier. Zijn wapen is verdeeld in twee vakken: de eerste met een Chevron en de tweede met de letter "n" . 

Er wordt verwezen naar Bouchout ('voir Bouchout'). Interessant, wat heeft "Rouc" met "Bouchout" te maken?


Hierboven waarschijnlijk de verwijzing uit deel 1 op pagina 307 (Jean Rouc)waar De Raadt op duidt: Jean Bouchout, heer van Caster, Rumbeke en Claerhout in 1514. Ook een Chevron als basis in het zegel. 

De lijst van Bouchout zegels blijkt behoorlijk lang (deel 1 pagina 304 en 307). We vinden twee zegels die verwant zijn aan het "Rouchout" zegel en ook de "vijf ruiten van Hamal" bezitten.


   











Daniel van Boechout, pachter/leenman van Jan van Hamal te Mielen boven Aalst in 1474 (omgeving Sint-Truiden). Henri van Bouchout, gevangen tijdens de slag bij Basweiler onder heer van Linter in 1374.

Het rijtje "van Bouchout" familie leden is veel langer en we pikken er nog twee uit.













Daniel en Jan (bastaard) van Boechout, die ook beiden gevangen zijn genomen tijdens de slag van Baesweiler in 1374 (1371?). De basis van hun wapen/zegel is een kruis. Dit is het meest bekende wapen van de familie Bouchout.

Wat betreft "Jan de bastaard" lezen we op de website van Patrick Relegem het volgende: (citaat)

"Jan Van Bouchout de laatste "Van Crainhem" gehuwd met Joanna Van Hellebeke, die hem echter geen kinderen schonk. In 1371 voerde hij de Brusselaars aan in de slag van Basweiler. Hij liet ettelijke bastaards na, waaronder:
- Lonys Van Bouchout, aan wie hij Relegem schonk.
- Geeraert Van Bouchout, Heer van Raemdonck (ontving 't hof ten Bossche te Raemdonck)
- Gertrude Van Bouchout.
- Jan Van Bouchout, die te Meise woonde.
- Laureis Van Bouchout, deken van Sint-Goedele.
- Gielis Van Bouchout, die een dochter huwde van Gielis De Busco (Van Den Bossche).
- Catharina Van Bouchout, kloosterzuster te Oudergem.
- Elisabeth van Bouchout, kloosterzuster te Leliëndal bij Mechelen.

Vermits kloosters geen mannen leverden voor de strijd, moesten zij zorgen voor vervoerwagens en voor het proviand. Ze moesten ook aan de aanvoerders van de troepen gastvrijheid schenken, en daarover was het dat Lonys toezicht moest houden. Lonys van Bouchout huwde Elisabeth Boote, dochter van Amauric Boote, een rijke Brusselaar die als handelaar fortuin had gemaakt. Amaury kocht o.a. 160 bunders grond te Sterrebeek waarop hij een kasteel bouwde, het slot van Sterrebeek. (uit Stootboek) Hij werd eigenaar van het kasteel Horst te Sint-Pieters-Rode en van de Heerdij van Loupogne. Zo kocht Boote o.m. ook een versterkt slotje of Klein Kasteeltje genoemd. Dat werd later een kazerne, en is bij velen onder ons nog bekend in verband met hun legerdienst. Hij was ook een dapper strijder en steeds bereid om zijn vorst te verdedigen. In 1356 werd hij door de Mechelaars gevangen genomen. (Valerius Mechelse kronijcke blz. 140)" (eind citaat)


















In de oudste leenregisters van Brabant (1320-1350) komen ook "van Bouchout" leenmannen voor. Deze leenregisters zijn geinventariseerd door Louis Galesloot in 1865. Het betreft zowel (militair) Daniel, Egidius als Johannes van Bouchout.














Het betreft lenen te Sterbeek, Zaventhem, Werde en Steenhuffel (waar ook het gerenoveerde "Palm breweries" kasteel Diepensteijn staat). Daniel woonde in de parochie van Wemele (Wemmel), niet ver van Meise en Relegem


Samenvattend:

- De verwijzing van de Raadt van "Jean Roec" naar Jean Bouchout is interessant. Wellicht kwam de verandering van een B naar een R meer voor.
- Er blijken "van Bouchout" familieleden te zijn die net als "van Rouchout" het wapen van Hamal droegen. Er zijn veel sporen terug te vinden van de Brabantse familie "van Bouchout" in de 14de eeuw en eerder.
- Tot nu toe geen sporen "van Rouchout" in de 14 de eeuw, behalve dan bij Abt Mauri van der Heyden. Het wapen van "Willem Rouckhoudt" uit 1700 toont geen gelijkenis met "Bouchout" en "Rouchout" vertegenwoordigers.

Dus op basis van deze zegel gegevens lijkt de familie "van Rouchout" meer verwant met "van Bouchout" dan met "Rouckhoudt".   

zaterdag 20 februari 2010

Naamsverandering Bouchout naar Rouchout of twee verschillende families?

Bouchout en/of Rouchout ?

In afwachting van bericht uit Maastricht (zie blogbericht 13 februari 2010), verder speuren naar het raadsel van de namen "Bouchout" en "Rouchout" te Sint-Truiden. Mijn privilege abonnement bij geneanet.org helpt me een stapje verder. Daar vind ik de twee delen van Charles Piot uit 1870 met de volgende titel:












In het eerste deel wordt ook gesproken over de tienden van Baardwijk enwel in dezelfde periode als in de Kroniek van Sint-Truiden (1355). Er wordt een deel van de tienden toegekend aan Henri de Quaderibbe, die deze ter beschikking stelt aan zijn schoonbroer. Na een korte Franse samenvatting is de tekst verder in het Latijn. (indien je op de teksten klikt, dan worden deze vergroot weergegeven, 2 keer klikken is nog groter).

De volledige vertaling naar het Nederlands laat nog op zich wachten. Maar een Nederlandse samenvatting is reeds gepubliceerd door dr. J.C. Kort (zie hieronder). De familieverbanden die worden aangegeven lijken wel duidelijk. 








































Op de tweede helft van pagina 527 kom ik de naam Godefried van Dommelen tegen. Deze naam komen we ook tegen in de Kroniek van Sint-Truiden: de man waardoor het leen Baardwijk verloren dreigde te gaan aan Willem V graaf van Holland.





















Midden pagina 528: heer Willen van Duivenvoorde en zijn zoon Willem die getrouwd is met Elisabet (zuster van Jan van Boechout, zie pagina 531). Deze informatie vinden we ook in de werken van Constant Noppen (1991) en Alphonse Wauters (1843). 








































Pagina 530: Joannes, Dominus de Bucout, "militis". Hij was dus blijkbaar ridder. In de voetnoot wordt verwezen naar "Bouchout" onder Meise, provincie Brabant, kanton Wolverthem (bij Brussel). Dat is dus volgens Constant Noppen (1991), maar ook anderen, het domein van Bouchout alias Boechout waar de waterburcht staat (nu Nationale Plantentuin van Belgie).












Willem van Duvenvoorde is getrouwd met Elsabeth, de zus van Johannes van Boechout. Johannes van Boechout heeft het erfrecht op de twee delen van de tienden. Johannes is getrouwd met Clarissa van Mirabelle.




















en hierbij de originele acte die ik op 14 oktober 2010 van het archief Hasselt heb ontvangen:
































De vertaling volgens dr J.C. Kort in het Nederlands: Toegewezen aan Jan, heer van Boechout, ridder, gehuwd met Clarissa van Mirabelle bij overdracht door Hendrik Quaderibbe, ridder, tegen heer Jan van Polanen, heer van de Lek en Breda, Govert van Dommelen, Nicolaas Spiering van Baardwijk, Pieter Overlare en de leenman nadat Hendrik Quaderibbe huwde met Eisabeth, zuster van Jan van Boechout, leenman, weduwe van Willem, heer van Dongen, ridder, zoon van Willem van Duvenvoorde, heer van Oosterhout, die verkreeg bij overdracht tijdens abt Amelius door Dirk Loef van Baardwijk, die had belast voor Govert van Dommelen met 50 pond groten tournoois maar na vijf jaar loste, zoals Dirk verkreeg bij overdracht tijdens abt Amelius door Johan, zijn broer, zoals Dirk Loef van Barendonk.

Zie ook mijn blog artikel van 6 maart 2010 en de overeenkomsten gevonden in het boek van Constant Noppen (Heren van Boechout, 1991).


Over de familie Bouchout is redelijk wat terug te vinden op het internet. Bijvoorbeeld de genealogie van Patrick Relecom. Hij spreekt onder andere over Jan van Bouchout die in 1371 vocht in de slag van Basweiler en blijkbaar heel wat kinderen achterliet. De voornaam "Jan" en "Joannem" en ook "Jean" kunnen hetzelfde betekenen. Zie ook de website van Palm Breweries


Excommunicatie van bewoners van Sint-Truiden in 1370.

In deel 2 van het werk van Piot staat een bijzondere oorkonde. In 1370 worden 175 met naam genoemde inwoners van Sint-Truiden door proost Georges d'Arscheit (Keulen) geexcommuniceerd t.g.v. rebellie en heiligschennis. De reden van de excommunicatie is mij hier niet helemaal duidelijk, maar blijkt later in dit bericht. Het betreft lijkt me een groot gedeelte van de 'bourgois' van Sint-Truiden.









In de lijst van geexcommineerden lezen we o.a. Johannem Boechout, Egidium Boechout, ....











Zie hier de namen in de originele akte:













en ook Willelmum Boechout.







maar de naam Roechout komt niet voor.....


In 1393 wordt de excommunicatie weer opgeheven met een 'generaal pardon', mede na het betalen van een flink som geld.












De tekst van het pardon is in het oud-Nederlands en daaruit is af te leiden dat de excommunicatie in 1370 kwam omdat het een behoorlijk ongeregeld zooitje was in Sint-Truiden. De stad was bewoond door een hoog percentage "ondernemende vrijen" met positieve- maar ook negatieve eigenschappen. En de negatieve overheersten blijkbaar fors.












...dootslaghe, kerkeroeve, diefden, roeve, brande, huysbrekinggen ende andere onverdraghelike schaden ....waarbij waarschijnlijk ook eigen rechter werd gespeeld.












Maar vanaf nu een schone lei:  ..gracie van vergiffenissen .... ende dat wi die vorscreve poerteren, inwonende ende ingheseten in huere gewoenliker eeren, staet ende vrijheit weder setten ..














.... rechtspraak weer via de Schouten en Schepenen van Sint-Truiden en we zorgen voor een fatsoenlijk bestuur van de stad! In deze periode is de organisatie van het stadsbestuur ook aanzienlijk gewijzigd want die hadden er ook niet goed aan gedaan.



Van Bouchout naar Rouchout door de excommunicate?

Wellicht heeft deze uitsluiting als lid van de kerkelijke gemeenschap er toe doen besluiten om de familienaam te veranderen van Bouchout naar Rouchout? Immers na 1370, komt de naam Bouchout niet meer voor in Sint-Truiden. Rouchout des te vaker als zowel als bestuurder, maar ook verbonden met de Abdij. Wellicht heeft Abt Mauri van der Heyden daarom in zijn leenregisteroverzicht van 1707, drie keer de naam  "Rouchaut" voor Joannes (Joannem, Joanni, zie website, scroll naar beneden) gebruikt en bewust de naam Bouchout gemeden? 

We weten dat vanaf circa 1400 de familie bestuurlijke functies vervulden. Rentmeester van het begijnhof (1400, Hendrick van den Roechout), schepen van de Stad van Sint-Truiden (1420, Robert van der Roechoute) en laat van het hof van de Abdij van Sint-Truiden (1428, Jan van Rouchout).  Tevens wijzen de namen van de volgende generatie Jan/Johannes naar Joannes uit de 14de eeuw. Verder wordt in 1427 gesproken over de "erven van Johannes Rouchut etc", wat aangeeft dat de familie al langer in Sint-Truiden woonde. De naam wordt voor 1400 echter niet teruggevonden.


Of kwam de famile Rouchout later naar Sint-Truiden?

Het kan ook dat de familie Rouchout na 1375 vanuit Brabant naar Sint-Truiden is gekomen. De Abdij wordt vanaf deze periode door de hertog Wencelas en hertogin Joanna van Brabant vrij van tol verklaard en als het ware gezien alsof het in het Hertogdom is gesitueerd. Dat zou reizen en vestigen vanuit Brabant eenvoudig moeten maken.
















 
 
 
 
 
... der privilegen ende vriheden voirscreven ghenieten laten, gelije of sij binnen Brabant gheseten waren ....
 
Dat zou ook kunnen. Maar wordt je dan binnen 1 generatie schepen (wethouder) van de stad etc? Het rommelde echter in die periode op bestuurlijk vlak, waardoor er - zo lijkt het - flink is gereorganiseerd. Het kan dus best zijn dat er ruimte was voor "allochtonen" op bestuurlijk niveau.

toevoeging 7 januari 2011

Bastaardkinderen in Sint-Truiden....

Dit lijkt toch de meestwaarschijnlijke hypothese. Heer Jan van Boechout heeft veel bastaardkinderen gekregen, bekend zijn deze in de regio Brussel. Nog niet in Sint-Truiden. Abt Mauri vander Heyden noemt voor 1400, 2 keer Dominum Johannes de Rouchaut (1358 en 1389) i.v.m. de tienden van het leen Baardwijk.










en 1 keer Johannes de Rouchaut (1372) in verband met een huis in de Plankstraat van Sint-Truiden.





Van de "Dominum 1358" is in aangetoond dat in de oorspronkelijke oorkondes Heer Jan van Boechout staat. Hij zat in 1372 gevangen in Duitsland in verband met de slag bij Baesweiler, dus dat is waarschijnlijk zijn bastaardzoon Johannem Boechout (zie oorkonde 1370). De Abt toont dit door de titel Dominum weg te laten.

Na 1400 heet de familie "van den Rouchaut". Zie bijvoorbeeld hieronder Robertus vanden Rouchaut (leenregisteronderdeel Berlingen). Uit andere oorkonden weten we dat hij Robert van den Roechout heette en schepen van Sint-Truiden was. Ook lezen we Wouter (Waltherim) waarvan we weten dat rond 1420 Robert, Wouter en Johan broers waren.









Als het klopt dan moet de Abt ergens in de oorkonden/het leenregister van de Abdij van Sint-Truiden gelezen hebben dat de naam is veranderd van Boechout naar Roechout. Want waarom zo hij anders Rouchaut (Latijn voor Roechout) hebben geschreven? De "B" is bij de Piot oorkonde uit 1355 heel duidelijk, dat kan ik zelfs goed lezen.

Wellicht ligt de sleutel in de twee overige leenregister oorkonden van 1372 of 1389, waarin de Abt "de Rouchaut" schrijft? Hopelijk zijn deze er nog ...


toevoeging 13 januari 2011


Vandaag gesproken met de archivaris van het Rijksarchief van Hasselt, dhr Rombout Nijssen. Hij gaf aan dat het leenregister van de Abt Mauri van der Heyden kan worden vergeleken met hedendaags notarieel overzicht. In die tijd worden door het leenhof Abdij van Sint-Truiden de overdracht van goederen/eigendommen etc schriftelijk bijgehouden. Door de jaren heen waren daar natuurlijk veel veranderingen en werd een en ander doorgestreept etc. De Abt heeft zegt maar het notarieele leenregister netjes opnieuw weergegeven. Het is dus een offcieel register!





    

***

zaterdag 13 februari 2010

?Domno Johanni de Boechout = D: Joanni de Rouchaut?

Zoals vermeld in het voorgaande bericht probeer ik te achterhalen of "onze" Joannes wordt genoemd in de Kroniek over de Abdij van Sint Truiden. Immers, we weten dat hij de tienden van Bardewijc ontving sinds 1358, aldus de Foeuda cum ferie Vasallum Monasterij St.Trudonis van Mauri van der Heyden. Ook maakt deze samenvatting van het leenregister Sint-Truiden uit 1707 melding van problemen met het innen van genoemde tienden in 1355. Zie de corresponderende website op de Rouchout pagina helemaal onderaan.










Een meer oorspronkelijke versie van de "Gesta Abbatum Trudonensium" is gevonden op het internet. Het betreft een Latijnse versie van Leonis Marsicani et Petri Diaconi uit 1854. Hieronder de volledige Latijnse tekst uit de Gesta van abt Robert omtrent de problemen met de bezittingen te Baardwijk. (De Nederlandse vertaling staat in het vorige bericht.)


In deze Latijnse versie wordt "Johannes van Bouchout" (de vertaling E.Lavigne) op pagina 409 (pag. 206 van de pdf file) geschreven als "domno Johanni de Boechout". Dat lijkt al meer op "D: Joanni de Rouchaut" zoals vermeld in het leenregister van Mauri van der Heyden, wetende dat de familienaam ook als "Roechout(e)" werd geschreven. Domno en D: (later ook Dnm) staan beiden waarschijnlijk voor "Dominus" oftewel heer.

Maar het grote verschil van de "B" en de "R" is er nog steeds. Wellicht geeft de originele tekst uitsluitsel? In de inleiding van de vertaling van dr. E. Lavigne (1986) staat dat de Stadsbibliotheek van Maastricht een microfilm heeft van het oorspronkelijke manuscript.

Ik ben benieuwd naar de bevindingen van het RHCL te Maastricht ...


  

?Johannes van Bouchout = Joannes van Rouchaut?



Nog eens deel 2 van de "Kroniek van de Abdij van Sint-Truiden" van E. Lavigne (1986) doorgenomen. Wat blijkt nu, op pagina 192 wordt beschreven dat in 1353 aan Johannes van Bouchout - namens Abt Robert -de tienden van Baardwijk zijn verleend.



Door een intrige van Godfried van Dommelen moesten er uiteindelijk bijna 4000 florijnen worden betaald aan de heer van Yselstein. Zo kon Abt Robert de rechten in de regio Heusden weer terugkopen van Willem V, graaf van Holland.







Is Johannes van Bouchout dezelfde als onze Johannes van Rouchaut? Het zou niet de eerste keer zijn dat een R voor een B wordt aangezien … en het (Baardwijk) leenregisteroverzicht van Abbatis Mauri van der Heyden uit 1707 toont duidelijk 3* een R en geen B (zie deze webpagina en scroll helemaal naar beneden).





Ook voor de nazaten is in dit overzicht geen misverstand mogelijk, met als constatering dat een van de waarschijnlijke zonen Robert van den Rouchaut alias "van der Roechoute" heette. Vernoemd naar Abt Robert? 

Dus op zoek naar de originele Latijnse “Gesta Abbatum Trudonensium” teksten, te beginnen met een email naar het RHCL. Als ik het goed heb is daar een afschift van het origineel aanwezig. Zo niet, dan weten zij wellicht waar het originele manuscript wordt bewaard?

Toevoeging:

Uiteindelijk heb ik een telefoontje gehad van het archief in Maastricht. Een deel van de Gesta is als microfilm aanwezig in de bibliotheek van Maastricht (en niet in het archief). Het lijkt niet mogelijk om een afschrift van de desbetreffende passage te bestellen. Ondertussen heb ik meer aanwijzingen dat Jan van Boechout inderdaad betrokken is geweest als leenman van Baardwijk. Zie ook de getranscribeerde oorkonde van Piot (blog 20 februari 2010) , waarin ook een deel van de familierelatie van Jan wordt vermeld (zus Elisabeth en schoonbroer Willem van Duivenvoorde). Eerst even advies van welke documenten ik nu het beste het origineel kan bestellen of gaan bekijken.