vrijdag 28 januari 2011

De leenboeken van de Abdij van Sint-Truiden (2)

In deze blog een vrij gedetailleerd overzicht van mijn bezoek aan het RA Hasselt van 25 jan j.l. Doel was te achterhalen welke leenboeken van de Abdij Sint-Truiden nog origineel zijn en welke niet. Verder zoveel mogelijk getracht het leenregister van de Abt Maurus van der Heyden m.b.t. de namen Roechout alias Boechout te valideren. Immers, zijn Foeuda uit 1707 is een van de aanleidingen om een naamsverandering te veronderstellenDeze blog (2) bouwt voort op de vorige blog omtrent de leenboeken en oorkonden van Sint-Truiden (1).  Het inventarisoverzicht van Michel van der Eycken (Brussel, 1985 en toegangsnummer 717) is als leidraad gebruikt.  


Leenboeken voor 1420


Er blijken geen originele leenboeken van voor 1420 meer te zijn. Het overzicht zoals opgesteld door Abt Maurus van der Heyden (periode 1690-1730) de Foeuda dient als repertorium op de leenboeken en geeft een analyse van alle verheffingen van circa 1355 to 1763. Dit werk is in de vorige blogs herhaaldelijk aangehaald en wordt als van hoge kwaliteit beschouwd.

Er zijn nog wel fragmenten van een index over de 14de eeuw (inventarisnummer 648).
















Dit werk stamt uit de 17de eeuw en is onvolledig (auteur onbekend). Het is dus een voorloper van de Foeuda van de Abt Mauri van der Heyden uit 1707.
















In dit gedeeltelijke register beschrijft folio 125 en 125v het leen Baardwijk waarin ook heer Jan van Boechout wordt genoemd (zie ook de vorige blog).







































Dezelfde informatie vinden we dus ook in het uitgebreide Foeuda overzicht uit 1707 (inventarisnummer 674) met het grote verschil dat Jan niet Boechout maar Roechout heet.

























In het gedeeltelijke register uit de 17de eeuw vinden we ook sporen van Willem van Boechout te Sint-Truiden en omgeving. Het betreft folio's 178, 181 en 182.

land te Mielen ....



land in de omgeving van het begijnhof te Sint-Truiden (?)



.. en een terrein in de omgeving van de Abdij van Mielen




















Ook in het werk van de Abt, komen we een Wilhelm tegen waar hij ook Boechout (Bouchaut) wordt genoemd. Er is echter te weinig info om te kunnen concluderen dat beiden dezelfde persoon zijn.




















Leenboeken na 1420.

Vanaf 1420 zijn er nog wel originelen beschikbaar. We kunnen het leenregister van de Abt uit 1707 gebruiken om juiste folio's te vinden over de familie van Roechout (de naam Boechout komt niet meer voor).

Bijvoorbeeld de lenen bij Berlingen:

























De Abt schrijft dat op 9 april 1434 Robert vanden Roechout trouwde met de dochter van Abraham Luteo. Verderop lezen we dat ze Mechtildis heette. Deze informatie is te vinden in EB77 en dat heeft nu als inventarisnummer 649. Zie hieronder folio 77 en de info staat in de tweede paragraaf.




















Ook verwijst de Abt in zijn Foeuda omtrent Berlingen en de familie vanden Roechout naar folio 232 en inderdaad ook deze originele informatie is terug te vinden:

























en dat geldt ook voor folio 515 in de onderste paragraaf (Robert vanden Roechout, junior)

























Ook de latere verwijzingen van het werk van de Abt zijn te traceren naar de originele leenboeken. Geconcludeerd kan worden dat de Foeuda een nauwkeurig register is van originele leenboeken voor zover als controleerbaar.

***

zaterdag 15 januari 2011

De leenboeken van de Abdij van Sint-Truiden (1)

Op weg naar een verdere onderbouwing van de naamsverandering "van Boechout" naar "van (den) Roechout" en op zoek naar zoveel als mogelijk originele documenten. Een overzicht van de Sint-Truiden Abdij lenen van Baardwijk, Sint-Truiden en Berlingen voor en na 1400 in relatie tot de naam Boechout en Roechout (Rouchaut).


I.   BAARDWIJK (voor 1400).


(A) Leenboek Abdij van Sint-Truiden uit 1707 door Abt Mauri van der Heyden

Belangrijk is het leenboek van de Abdij van Sint-Truiden dat is opgesteld door de Abt Mauri vander Heyden van de Abdij te Sint-Truiden in 1707 getiteld: Foeuda cum ferie Vassolorum St.Trudonis. Aan de kwaliteit van dit werk is getwijfeld en het is daarom van belang zoveel mogelijk onderbouwing te verkrijgen. De archivaris van het rijksarchief van Hasselt heeft mij echter verzekerd dat dit werk uit 1707 geen willekeurig genealogisch overzicht is. Het is een leenboek, een register van de leengoederen van de Abdij van Sint-Truiden en is voor die periode van notariele kwaliteit. De Abt heeft op basis van oudere versies van het leenboek van de Abdij, waar van alles was bijgeschreven, een nieuwe opgeschoonde versie gemaakt. Dergelijke leenboeken zijn belangrijk want ze beschrijven de rechten en plichten van de leenmannen. Het boek begint dan ook met Den Eedt der Leenmannen.






































(B)  Heer Jan van Roechout heette eigenlijk heer Jan van Boechout.

De veronderstelling dat er een naamsverandering heeft plaatsgevonden is gestart met de waarneming dat in het bovengenoemde leenboek in de periode 1350-1400 de naam heer Jan van Roechout (Latijn: D: Joanni de Rouchaut en Dnm Joannem de Rouchaut) twee keer voorkomt op de pagina 63 betreffende het leengoed Baardwijk (nu Waalwijk, Noord-Brabant).  Zie hieronder de scan betreffende "de tienden van Baardwijk". Twee keer klikken geeft een grote weergave.









































Volgens deze versie van het leenboek van de Abt uit 1707, krijgt D: Joanni de Rouchaut alias heer Jan van Roechout op 15 april 1358 het recht op de tienden van Baardwijk, een en ander vastgelegd voor het altaar van de Abdij van Sint-Truiden. Hij wordt dus leenman van Baardwijk. Op 19 mei 1389 draagt hij zijn leenrecht over aan Dnm van IJmerselen alias heer van Immerzeel.

Er is veel gespeurd naar heer Jan van Roechout, maar hij is tot nu toe niet gevonden. Wel is heer Jan van Boechout gevonden, die in dezelfde periode ook het leenrecht van Baardwijk kreeg. Zie bijvoorbeeld dit blogartikel over een oorkonde van de abdij van Sint-Truiden waarvan ook het origineel is achterhaald. Op basis van de vermelde familieverbanden en de vertaling in het Nederlands door dr. J.C. Kort betreft het dus heer Jan van Boechout, die leefde van 1320-1391. Zijn leven is het best beschreven door dr. Constant Noppen (Heren van Boechout pp 56- 64, 1991) een en ander voorzien met een uitgebreide literatuurlijst, waaronder Alphonse Wouters, voormalig archivaris te Brussel. Wouters schreef o.a. "Notice sur Le Chateau de Bouchout", waarin Jan van Bouchout ook wordt vermeld (In:  Messager de Sciences Historique, Prof.dr. Serrure en Dr. Blommaert eds: pp117-127, Gand, 1843).

Ridder Jan van Boechout (ca 1320 - 3 juli 1391) werd in 1362 borggraaf van Brussel, vocht tijdens de slag bij Baesweiler (1371) en Grave (1386) en reisde midden 14de eeuw naar Maastricht voor het verkrijgen van steun, samen met Wencelas, graaf van Brabant i.v.m. de slag bij Scheut. Het is bekend dat hij veel bastaardkinderen heeft gekregen.

(C)  De inventarisatie van dr. J.C. Kort en oudere versies van de leenboeken, leenregisters van de Abdij van Sint-Truiden.

Dus alles wijst er op dat de "heer Jan van Roechout" uit het leenregister van de Abdij Sint-Truiden (1707) dezelfde is als "heer Jan van Boechout" uit de literatuur. Blijkbaar moet er ergens in oudere versies van het leenboek van de Abdij aanwijzingen zijn geweest, die er toe hebben geleid om in de leenboekversie van 1707 "Rouchaut" te schrijven en geen "Bouchaut". Of die aanwijzingen er nu nog zijn is de vraag. Immers, na het overschrijven door de Abt zijn mogelijk de oude boeken weggegooid.

Bij speuren op het internet stuitte ik op het volgende: de lenen van de Abdij St. Truiden in het land van Heusden (waaronder Baardwijk) blijken reeds in 1986 geinventariseerd door dr. J.C. Kort  (Ons Voorgeslacht, 1986) en staan gepubliceerd in de Hollandse Genealogische Database (link Hogenda). Hij geeft in zijn overzicht aan dat rond 1300 het leen Baardwijk is gesplitst in 1A (twee derde) en 1B (een derde). Vanaf 1444 is er weer sprake van 1 leen.

1A (pagina 1): Twee derde van het leen is op 15 april 1355 toegewezen aan Jan, heer van Boekhout (Boechout, Bouchout), ridder, gehuwd met Klarisse de Myrabile. De bron hiervoor is de oorkonde zoals getranscribeerd door Charles Piot nr. CCCXCVI. Deze had ik reeds gevonden en staat beschreven in een vorig blogartikel.  Op pagina 2  van zijn overschrift meldt dr. Kort dat op 19 mei 1389 Jan van Immerzeel, ridder het leenrecht van heer Jan van Boekhout heeft verkregen. Deze informatie vinden we ook in het leenboek gedateerd op 1707 (zie scan hierboven), met het verschil dat de Abt heer Jan van Rouchaut heeft geschreven.

In het werk van dr. Kort staan referenties en ik heb het archief van Hasselt om het origineel gevraagd, wetende dat de nummering is veranderd. Het origineel bleek er te zijn. Zie de scans hieronder, inclusief enige digitale toevoegingen van mijzelf (rood). Aan de zijkanten van de afschriften kan ik zien dat ze uit een boek komen, waarschijnlijk een oudere versie van het leenboek van de Abdij van Sint-Truiden (twee keer klikken is grote weergave).












































































De exacte transcriptie zal nog even duren, maar globaal kan het document in 2 onderdelen worden ingedeeld:

(1) De groot geschreven hoofdtekst dat waarschijnlijk het leenrecht van Dominum Johannes de Bouchout beschrijft of een vervolg daarop. Het betreft blijkbaar niet alleen Baardwijk maar ook Herpt dat vlakbij ligt in Noord-Brabant (zie google kaart)

Hij was getrouwd met Domina Clarissa (de Myrabelle), pijlen 3 en 4.  De eerste naam in het document is Robert van Craenwijck, die op 24 febr. 1350 abt van de Abdij van Sint-Truiden werd. Hij overleed op 18 mei 1366 te Maastricht. (bron: Kroniek van de Abdij van Sint-Truiden, deel 2, pp 189-212. Dr. E. Lavigne, 1988, Leeuwarden).

(2) De kleinere toevoegingen in de kantlijn en onderaan op pagina 2. Dit zijn wijzigingen van het leenrecht en toevoegingen aan het hoofddocument. Onderaan pagina 2 is de datum 19 mei 1389 te herkennen en de naam van IJmerselen. Dit stukje beschrijft waarschijnlijk de overdracht van Jan van Boechout naar Jan van Immerzeel. Ook zijn andere namen te herkennen zoals Zevenbergen en de Wit en deze namen lezen we ook in het nette leenboek versie 1707: de opvolgende leenmannen van Baardwijk.

Dus blijkbaar zijn er nog wel oudere versies van het leenboek van de Abdij van Sint-Truiden bewaard gebleven! In ieder geval zie ik op deze pagina geen aanwijzingen dat de naam veranderd is van Boechout naar Roechout (Latijn: Rouchaut). Maar de vergelijking van een oudere versie van het leenboek met de versie 1707, toont nog eens duidelijk aan dat het inderdaad Jan van Boechout was die het leenrecht van Baardwijk kreeg. Dit is zo duidelijk opgeschreven, dat de Abt in 1707 een sterke reden moet hebben gehad om D: Joanni de Rouchaut op te schrijven in plaats van D: Joanni de Bouchaut. Dat moet hij dus ergens anders vandaan gehaald hebben .....



II.   SINT-TRUIDEN (voor 1400).

In het leenboek van de Abdij van Sint-Truiden uit 1707 (de opgeschoonde versie), komt Joannes de Rouchaut een keer voorkomt op de pagina betreffende een leengoed (huis) in de Plankstraat te Sint-Truiden. Samen met Joannes Schoerman was hij in 1372 uitvoerder van het testament van heer Joris van Brune (?).  Zie hieronder de scan.


Wat opvalt is dat het voorvoegsel Dominum bij Joannes de Rouchaut niet wordt gebruikt. Is dit een andere persoon dan zoals vermeld bij het leen Baardwijk? Als we de aanname doen dat bij het leen Baardwijk het gaat over ridder Jan van Boechout, dan was hij waarschijnlijk in 1372 niet in Sint-Truiden. Constant Noppen schrijft namelijk in zijn werk dat ridder Jan van Boechout na de slag bij Basweiler (22 augustus 1371) gevangen is genomen en opgesloten in het kasteel van Nideggen aan de Roer en daar heeft hij circa 2 jaar gezeten. 



Is bovengenomende Joannes Rouchaut een bastaardzoon van ridder Jan van Boechout en dus de eerste Sint-Truidense Roechout generatie?  We weten natuurlijk niet wanneer de naam veranderd is, bijvoorbeeld na het overlijden in 1391 van ridder Jan van Boechout. De kans is dus aanwezig dat in de oorspronkelijke oorkonden/registers Johannes de Rouchaut  de achternaam Boechout nog heeft.

In deel 2 van het werk van Charles Piot vinden we een aanwijzing (oorkonde CCCCLI). In 1370 worden 175 met naam genoemde inwoners van Sint-Truiden door proost Georges d'Arscheit (Keulen) geexcommuniceerd t.g.v. rebellie en heiligschennis. Het betreft lijkt me een groot gedeelte van de 'bourgois' van Sint-Truiden. Onder de namen vinden we drie keer de naam Boechout: Johannem Boechout, Egidium Boechout en Willelmum Boechout (zie scans hieronder). De naam Roechout komt in dit overzicht niet voor. De genoemde Johannem Boechout kan dus dezelfde zijn als Johannes de Rouchaut uit het leenregister versie 1707. 




Wellicht zijn er toch nog oorspronkelijke versies van het leenboek Sint-Truiden voor 1400 bewaard gebleven, net als voor Baardwijk? Dat is een mooi doel voor een volgend bezoek aan het archief van Hasselt.

Overigens komt de naam Guilhelmus de Bauchaut (Willem Boechout?) wel een keer voor in het leenboek versie 1707. Het betreft een vermelding die verwijst naar 14 november 1360 in verband met een ander leengoed van 5 zillen landbouwgrond in de omgeving van Sint-Truiden. Zie de scan hieronder. Het betreft Guvelingen, iets ten noorden van Sint-Truiden. Vanaf eind 1400 vinden we daar ook de naam vanden Rouchaut in het leenboek versie 1707 in relatie tot leengoederen in Guvelingen. Zie hier een geografisch overzicht.






















III. BERLINGEN EN ULBEEK (na 1400).

In het leenboek van de Abdij van Sint-Truiden versie 1707, vinden we de naam Rouchaut na 1400 meermaals terug. Het eerst op 9 april 1434 waar wordt geschreven dat Robertus vanden Rouchaut trouwt met de dochter van Abraham de Luteo. Het betreft het leengoed Berlingen, zie ook deze blog. Op 17 maart 1450 is Robertus blijkbaar overleden want zijn broer Waltherium (Wouter) vanden Rouchaut wordt voogd van de weduwe Mechtildis de Luteo. Op 15 december 1472 overlijdt Waltherium waarbij het voogdijschap overgaat naar Eustachius Wijnrix. In 1480 en 1498 wordt Robertus van den Rouchaut junior genoemd.








Opvallend is dus dat het tussenvoegsel "de" na 1400 is vervangen door "vanden". De naam Rouchaut vinden we na 1460 ook terug in andere onderdelen van het leenboek 1707. Belangrijker is dat de naam "vanden Roechout" in de regio Sint-Truiden na 1400 ook in andere oorkonden gaat voorkomen.

Het betreft o.a. een oorkonde uit 1427 omtrent het verpachten van land nabij Ulbeek. Deze plaats hoort nu bij de gemeente Wellen en ligt vlakbij Berlingen, het leengoed van de Abdij van Sint-Truiden dat hierboven is beschreven (google kaart).



Samenvatting van de transcriptie door J. Grauwels, adjunct-conservator archief Hasselt (Regestenlijst der Oorkonden van de Landkommanderij Oudenbiezen en Onderhorige Kommanderijen, Brussel 1966).

30 september 1427: De schout en schepen van Ulbeek oorkonden dat Robert van den Roechut, schepen van Sint/Truiden, aan zijn zwager Machiel Sgroits uit Sint-Truiden voor anderhalve mud rogge per jaar verpacht heeft een bunder land, gelegen op de berg, naast de erven van Johan vanden Roechut, Geert Prijns en Herman Vriesen, en dat Johan van de Rochout aan zijn zwager M- Sgroits voor 9 jaar tegen 2,5 mud rogge per jaar verpacht heeft 28 grote en 7,5 kleine roeden land aldaar gelegen.  

En voor de volledigheid ook de achterkant van de bovengenoemde oorkonde, waarop een samenvatting staat:


Eerder in 1426 vinden we een oorkonde waaruit blijkt dat Robert, Johan en Wouter van den Roeckoute broers zijn. Dit komt dus overeen met de informatie in het leenboek bij het leengoed Berlingen  (zie hierboven).


Samenvatting transcriptie (J.Grauwels, 1966)

24 mei 1426. De meier en de laten van het Proosthof te Sint Truiden oorkonden dat Robert van den Roeckoute, schepen van Sint Truiden, aan zijn schoonbroer Michel Sgroits heeft overgedragen een erfcijns van 2 gulden, de helft van een cijns van 4 gulden op een huis, gelegen in de Koestraat, bij de erven van zijn broeders Johan en Wouter vanden Roeckoute.

De Koestraat in Sint-Truiden heet nu de Schepen Dejonghstraat. Het zegel van Robert is bewaard gebleven en toont vijf ruiten (Hamal) met daarboven 2 merlettes. Dit zegel is kenmerkend voor de familie vanden Rouchout en kan met kleine variaties (4 of 5 merlettes) tot ver in de zestiende eeuw worden teruggevonden.   


Boven: zegel Robert van den Roeckoute uit 1426, schepen te Sint-Truiden. 
Onder: zegel Robert vanden Rouchout uit 1473, schepen te Sint-Truiden. Een (klein)zoon?
Zie ook het blogartikel over de zegels.




De eerste vermelding van de naam Vanden Roechout stamt uit 1400. Het betreft Henrick vanden Roechout optredend in naam van het begijnhof van Sint-Truiden, aangaande een jaarlijkse rente van 3 vat erwten op 3 zillen land. (Aan het eind van de 7de regel van boven staat: .. Henrick en aan het begin van de 8ste regel van boven: vanden Roechout in naam des begijnhofs van Sint Agnieten  .. )





***



zondag 9 januari 2011

Genetische Genealogie 2: testkits van Family Tree en Ancestry

Beide Y DNA sampling kits zijn gearriveerd. De kit van Family Tree DNA arriveerde op 7 januari 2011 (verzonden op 16 december) en de kit van Ancestry kwam op 8 januari (verzonden op 13 december). Ik had net een dag of wat daarvoor een maitje gestuurd, waarbij Ancestry aangaf dat de kit vaak wat langer bij de douane kan zijn, dus svp nog 7-10 dagen wachten. Totaal kan het dus een maand duren, maar de kerstdagen etc zitten er tussen.

Family Tree DNA kit

Een Y-67 kit aangevraagd die bestaat uit 3 swab kits en 3 met vloeistof gevulde plastic flesjes.


Op de foto hierboven zie je nog 1 schraper verpakt en twee flesjes zijn al gevuld. Minimaal 4 uur tussen het schrapen en de handleiding is duidelijk.



Ik ben gestart op vrijdagavond, vervolgens zaterdagochtend en zondagochtend voor het eten en drinken, zoals aangegeven. Het zijn echte schrapertjes, maar pijnloos. De eerste kwam wat lastig uit de verpakking, het bovenste gedeelte de schraper liet los en er weer voorzichtig opgeduwd zonder aan te raken. Bij de andere twee eerst de verpakking langszij helemaal opengeknipt.

Alle 3 de monsters in de retourenveloppe inclusief het ingevulde formulier (aangegeven dat ik al betaald heb) en het getekende groene "Release Form". Hiermee geef je toestemming -mochten er DNA overeenkomsten zijn- dat het emailadres wordt vrijgegeven. Heb ik geen probleem mee, graag zelfs want dat is toch de bedoeling, overeenkomsten vinden?




Blijkbaar bewaart Family Tree het DNA 25 jaar zoals aangegeven in de begeleidende brief.



Family Tree DNA heeft zijn eigen laboratoriumfaciliteiten en personeel. Een gecertificeerd laboratorium.



Ancestry DNA kit (Y-46)


 Principe is hetzelfde als bij Family Tree, met de volgende verschillen:

- Je kunt 3 samples op hetzelfde moment nemen. Wacht circa 30 minuten na je eten om verontreiningen te voorkomen (FT DNA, 60 minuten). Het zijn geen scrapers maar een soort wattenstaafjes voor de binnenkant van de linker, rechter en voorkant van de binnenkant van je wang/mond. 30 seconden is voldoende (FT DNA 60 seconden). De staafjes gaan niet in een potje maar moeten ca 30 minuten drogen en dan in de enveloppe.
- Er worden 46 markers getest in plaats van 67.
- Er zit geen Consent Agreement bijgesloten, terwijl dit wel staat aangegeven
- Er zit een coupon bij waarmee je bij het postkantoor de frankering kunt regelen (maar die blijkt niet meer geldig)
- Er word aangegeven dat na ontvangst het maximaal 4 weken duurt voordat de testresulaten er zijn.

De testen van Ancestry.com worden uitgevoerd door Sorenson Genomics, ook een gecertificeerd laboratorium.


Family Tree of Ancestry, welke is beter?

Te vroeg om daar iets over te zeggen. Ik zal deze sectie in de loop van de tijd updaten en nieuwe blogartikelen maken. Ik kan ook nog niet zeggen of de 67 DNA markers test van Family Tree meer informatie gaat geven dan de 46 DNA marker test van Ancestry. Op de Ancestry website lees ik het volgende:

"It's not as simple as -more markers equal better results-. After 45 - 50 markers, you would need a test consisting of 100 markers or more to significantly narrow the Most Recent Common Ancester range"

We zullen zien of deze zin klopt, zal blijken uit de resultaten en ik moet me dan nog wat verder in de theorie inwerken. De kosten van de FT 67 waren circa 20% hoger dan de Ancestry 46 kit.

wordt vervolgd

maandag 3 januari 2011

Geografische Genealogie

In afwachting van de DNA testen (zie vorige blog) een Google applicatie uitgetest: het maken van een eigen kaart. Normaal zal deze applicatie worden benut voor het uitstippelen van routes etc, maar ik gebruik het voor het in kaart brengen van het verspreidingspatroon van de voorouders. Zie hier de kaart die zich nog zal ontwikkelen:


Roechout alias Roucourt en Recourt weergeven op een grotere kaart

Toelichting:

Als je op een bolletje klikt, dan krijg je beknopte genealogische data inclusief een korte bronvermelding. Gestart is met heer Jan van Boechout, geboren circa 1320 op het kasteel van Bouchout (Meise, Brussel). Vervolgens dien je behoorlijk in te zomen naar de (voormalige) locatie van de Abdij van Sint-Truiden om door te kunnen gaan. De kleuren geven een indidatie van de tijdsperiode. Rood: van Boechout (tot 1400), Blauw: van den Roechout (1400-1600). Groen: Roucourt, Recourt 1600-1850. Als je de kaart helemaal openklikt, dan  is ook de legenda zichtbaar ("weergeven op een grotere kaart").

Nieuwe inzichten? jazeker. Zo meldt het leenregister van Abt Mauri van der Heyden (1707) dat Johannes de Rouchaut in 1372 samen met Johannes Schoerman uitvoerder was van het testament van Joris Brunsum of Brune (huis in de Plankstraat te Sint-Truiden). Dit kan nooit Dominum Joanni de Rouchaut alias heer Jan van Boechout zijn geweest, want die zat in dat jaar gevangen in het kasteel van Nideggen aan de Ruhr (nav verlies slag bij Baesweiler). Maar deze Johannes de Rouchaut is zeer waarschijnlijk zijn bastaardzoon die ook Johannem Boechout wordt genoemd (Oorkonde uit 1370, zie ook Piot) en de Abt geeft dit subtiel weer door het voorvoegsel "Dnm" (heer) weg te laten.

Wat ook duidelijk werd is de concentratie aan `Rouchout` voorouders in de regio Berlingen - Ulbeek (gemeente Wellen). De Abdij van Sint-Truiden bezat hier lenen dus de link is helder. Zoals al gemeld door Jo Billen uit Wellen bevindt zich hier het kasteel "Trokaert" dat een verbastering zou zijn van ´t Rouckhout.

http://www.bloggen.be/wandelroutes/archief.php?ID=615623
en zie hier een foto van Rik Neven (bron Wikipedia)














Volgens de bronnen betekende Rouckhout  een vochtige struweel vegetatie. Maar wellicht is de naam wel afgeleid van de voorouders Rouchout ...

Bij deze nog een stukje tekst die ik heb ontvangen van dhr Jo Billen, heb ik al eerder geplaatst maar voor de volledigheid.

`....ik vond dit in een handschriftje van de voormalige onderwijzer Robert Craeybeckx van Ulbeek.


Het kasteel, oorspronkelijk gegroeid uit het cijnshof Roekhout, ligt in een bosrijk en mooi park, omgeven door een Franse tuin met watergrachten. Het witgeverfde bakstenen kasteel is rechts geflankeerd door een ronde toren met spits. De oudste delen van het gebouw dateren dateren uit de 16de en 17de eeuw. De basis van de toren lijkt echter nog ouder te zijn. In de 17de en 18de eeuw bevatte dit kasteel een goed met bijbehorigheden van 20 bunders gronden die meestal leengoederen waren. ´

en de publicatie van dhr Nijssen Rombout.

Nijssen Rombout. Inventaris van het archief van de Schepenbank (1568-1792) en van het Laathof van Rouchout (1582-1769) in Ulbeek. Rijksarchief te Hasselt 2007. II-2d/1317

De eerste vermeldingen van de familie Rouchout stammen uit circa 1425, waarbij er reeds gesproken worden over de erven van.

Zie hier een mooie oude kaart van het gebied:  http://belgica.kbr.be/nl/coll/cp/cpFerrarisCarte_nl.html en klik op Sint-Truiden.

....

Stamvader van de Vlaamse familie Roucourt en van de Nederlandse familie Recourt is Dierick van Rockourt alias van Rookou. Hij werkte te Halensbroek en op onderstaande kaart is mooi te zien dat deze regio nog net bij het Prinsbisdom van Luik hoorde (ongeveer linker bovenhoek en daar staat: Broeck de Halen et de Donck).
















***