Afgelopen weken weer enige vorderingen gemaakt in de speurtocht naar de wortels van de famile Roechout. Allereerst een hele mooie website gevonden van Louis De Bondt. Zeker een aanrader als je de geschiedenis van de streek Londerzeel wilt leren.
LONDERZEEL VROEGER
Historische en Genealogische bijdragen over -Londerzeel, St.-Jozef, Malderen en Steenhuffel Geschiedenis, transcripties, verhalen, sagen, anekdotes, volkstaal, volksliedjes, gebruiken... Bewerkingen van registers, streekgenealogieën, biografieën... Londerzeels archief, Londerzeelse bibliografie, links...
Op zijn site heeft hij mooie bijdrages over de genealogie van de familie "van Boechout" alias "van Bouchout", ook in relatie tot de heerlijkheid Diepensteyn met leuke achtergrondverhalen.
Ik heb hem per email gevraagd wat hij vond van de relatie van de familie "vanden Roechout" met "van Boechout". Vrij snel heb ik van hem een antwoord gekregen.
Volgens hem is de verschuiving van Bouchout naar Rouchout zeer goed mogelijk. Een vergelijkbaar geval in zijn buurt is het domein "Bouckenborgh" dat een eeuw of zo later plotseling "Rouckenborgh" is gaan heten. Hij twijfelt echter aan of "de Bouchout" (= Latijn of Frans voor 'van Bouchout') ooit Vanden Rouchout kan geworden zijn. Bouchout verwijst immers in alle gevallen naar een plaats. Iemand is dus van of uit Bouchout, Buggenhout of Bocholt maar nooit van den Bouchout, Buggenhout of Bocholt. Tenzij het om een schrijffout gaat zou Rouchout hier een mannelijk zelfstandig enkelvoudig naamwoord moeten zijn. Aha, nieuwe inzichten dus: een cruciaal verschil tussen "van" en "vanden". Dat heb ik me nog niet gerealiseerd.
Ik heb mijn meest recente scans er nog eens op nageslagen en zie echter dat er niet consequent "vanden" wordt gebruikt. Zie hieronder een paar "van" voorbeelden:
Jan van Roechout, uit 1428 (laat van het hof van Aalst, Abij St Truiden)
Johan van Rouchout, uit 1427 (geschil over erfenisverdeling, Oorkonde landkommanderij Ouden Biezen).
En tenslotte ook nog een Latijnse vorm uit 1496 "Robertum de Roechout", schepen te Sint-Truiden (Piot, 1870). Deze Robert wordt ook met "van" en "vanden" benoemd.
Dus niet erg consequent "van" of "vanden" dus. Blijft staan dat Abt Mauri vander Heyden in zijn leenregisteroverzicht wel een scherpe overgang gemaakt heeft van "de" naar "vanden". Wilde hij daar iets mee zeggen?
De aanwijzing naar Meise bij Brussel wordt versterkt door het werk van Constant Noppen uit 1991: "De Heren van Boechout en hun Waterburcht te Meise".
Hij geeft een mooi overzicht van de familie "van Boechout" met wortels in de famile "van Kraainem". Heel nuttig is dat hij het leven van Jan van Boechout (1320-1391), oa kastelein van Brussel redelijk gedetailleerd beschrijft. Zie ook de website hiervoor.
Een detail is bijzonder interessant. Op pagina 55 lezen we dat Jan van Boechout een zus had die Elisabeth heette. Zij trouwde met Willem van Duvenvoorde, heer van Drongen.
Een aansluiting met het werk van Charles Piot die in een oorkonde uit 1355 omtrent het vruchtgebruik van 2 delen van de tienden van Baardwijk krijgt (zie ook blog 20 februari 2010).
We lezen over domini Elizabet van wie Jan een "frater legitimus is", dus haar broer en over dominorium Wilhelmi, domini de Donghen die eerder in de oorkonde aanvullend“... militis, nati (=geboren) domini Wilhelmi de Duvenvorde” wordt genoemd.
gedeeltelijke vertaling (met dank aan Mirjam van Rooijen)
En met deze speciale verklaring van ons, aldus gedaan door mij
bovengenoemde Robertus Cuketer?, over het algemene en eenstemmige gevolg/vervolg van onze overgebleven ??? met voornaam genoemde(?), zonder tegenspraak van de een of ander van ons, heeft de voornoemde heer Henricus de Quaderibbe, nu onmiddellijk zijn genoemde vruchtgebruik in handen van onze Robertus, genoemde abt, overgedragen voor het werk van de heer Johannes de Bucout, krijgsman, eveneens de wettige broer en naaste erfgenaam van de voornoemde vrouwe Elizabet, nagelatene van achtereenvolgens de eens genoemde heren Wilhelmus, heer van Donghen, en Henricus de Quaderibbe, krijgsheren; en door een dergelijk vruchtgebruik en erfenis zo verenigd en verbonden heeft de genoemde heer Johannes, heer van Bucout, eveneens de wettige broer en opvolger van de genoemde vrouwe Elizabet, eens de zus van hem, de genoemde beide delen eentiende in (het) leen teruggebracht aan onze Robertus, genoemde abt; en wij hebben hem tot onze vazal teruggenomen, en de vrouwe Clarissa de Myrabile, echtgenote van dezelfde heer Johannes, heer van Bucout, over de genoemde twee delen eentiende, …
Maar nog even een klein detail Constant Noppen heeft het over heer van Drongen ... Alphonse Wauters, voormalige archivaris van Brussel (1843) spreekt echter ook over "Dongen".
Piot verwijst bij Willem van Duvenvoorde naar het Hollandse kasteel vlakbij de Dobbewatering. Dat moet dus het kasteel Duivenvoorde bij Voorschoten zijn. Er is een aparte Wikipedia pagina over Willem van Duivenvoorde. Hij is in 1328 tot ridder geslagen door Jan III van Brabant. Hij leefde echter van 1290 tot 1353 en het is dus meer waarschijnlijk dat Elisabeth met een zoon van "Willem de Snickerime" getrouwd is geweest.
Dit wordt bevestigd op pagina 63 van het werk van Constant Noppen. Daar staat dat de zuster van Jan van Boechout gehuwd was met een van de natuurlijke zonen van Willem de Snickerieme (Duivenvoorde).Zij kregen geen kinderen. Op deze pagina heet zij echter Margareta. Wellicht was haar volledige naam Elisabeth Margareta?
In ieder geval wordt in de genealogie op pagina 38 van het werk van Constant Noppen (en ook bij Alphonse Wauters) de zuster Elisabeth vermeld als echtgenote van Willem van Duvenvoorde. En dat klopt dus met het werk van Charles Piot over de oorkonde(n) van de abdij van Sint-Truiden!
Later (of eerder?) in 1358 (volgens de Kroniek in 1353) krijgt Domno Johanni de Boechout het volledige recht op de tienden van Baardwijk. Deze Johanni wordt dus door Abt Mauri vander Heyden D: Joanni de Rouchaut" genoemd.......
Jan van Boechout kreeg dus enkel 'natuurlijke' kinderen en zijn vrouw Joanna van Hellebeke bleef kinderloos. Zijn de Vlaamse familie Roucourt en de Nederlandse familie Recourt, Rekoert, Rikkoert, Recoert en Rekourt afstammeling van een van de "Kinderen van Bouchout"?
Alle aanwijzingen tot nu toe wijzen die kant op ....
LONDERZEEL VROEGER
Historische en Genealogische bijdragen over -Londerzeel, St.-Jozef, Malderen en Steenhuffel Geschiedenis, transcripties, verhalen, sagen, anekdotes, volkstaal, volksliedjes, gebruiken... Bewerkingen van registers, streekgenealogieën, biografieën... Londerzeels archief, Londerzeelse bibliografie, links...
Op zijn site heeft hij mooie bijdrages over de genealogie van de familie "van Boechout" alias "van Bouchout", ook in relatie tot de heerlijkheid Diepensteyn met leuke achtergrondverhalen.
Volgens hem is de verschuiving van Bouchout naar Rouchout zeer goed mogelijk. Een vergelijkbaar geval in zijn buurt is het domein "Bouckenborgh" dat een eeuw of zo later plotseling "Rouckenborgh" is gaan heten. Hij twijfelt echter aan of "de Bouchout" (= Latijn of Frans voor 'van Bouchout') ooit Vanden Rouchout kan geworden zijn. Bouchout verwijst immers in alle gevallen naar een plaats. Iemand is dus van of uit Bouchout, Buggenhout of Bocholt maar nooit van den Bouchout, Buggenhout of Bocholt. Tenzij het om een schrijffout gaat zou Rouchout hier een mannelijk zelfstandig enkelvoudig naamwoord moeten zijn. Aha, nieuwe inzichten dus: een cruciaal verschil tussen "van" en "vanden". Dat heb ik me nog niet gerealiseerd.
Ik heb mijn meest recente scans er nog eens op nageslagen en zie echter dat er niet consequent "vanden" wordt gebruikt. Zie hieronder een paar "van" voorbeelden:
Jan van Roechout, uit 1428 (laat van het hof van Aalst, Abij St Truiden)
Johan van Rouchout, uit 1427 (geschil over erfenisverdeling, Oorkonde landkommanderij Ouden Biezen).
En tenslotte ook nog een Latijnse vorm uit 1496 "Robertum de Roechout", schepen te Sint-Truiden (Piot, 1870). Deze Robert wordt ook met "van" en "vanden" benoemd.
Dus niet erg consequent "van" of "vanden" dus. Blijft staan dat Abt Mauri vander Heyden in zijn leenregisteroverzicht wel een scherpe overgang gemaakt heeft van "de" naar "vanden". Wilde hij daar iets mee zeggen?
De aanwijzing naar Meise bij Brussel wordt versterkt door het werk van Constant Noppen uit 1991: "De Heren van Boechout en hun Waterburcht te Meise".
Hij geeft een mooi overzicht van de familie "van Boechout" met wortels in de famile "van Kraainem". Heel nuttig is dat hij het leven van Jan van Boechout (1320-1391), oa kastelein van Brussel redelijk gedetailleerd beschrijft. Zie ook de website hiervoor.
Een detail is bijzonder interessant. Op pagina 55 lezen we dat Jan van Boechout een zus had die Elisabeth heette. Zij trouwde met Willem van Duvenvoorde, heer van Drongen.
Een aansluiting met het werk van Charles Piot die in een oorkonde uit 1355 omtrent het vruchtgebruik van 2 delen van de tienden van Baardwijk krijgt (zie ook blog 20 februari 2010).
We lezen over domini Elizabet van wie Jan een "frater legitimus is", dus haar broer en over dominorium Wilhelmi, domini de Donghen die eerder in de oorkonde aanvullend“... militis, nati (=geboren) domini Wilhelmi de Duvenvorde” wordt genoemd.
gedeeltelijke vertaling (met dank aan Mirjam van Rooijen)
En met deze speciale verklaring van ons, aldus gedaan door mij
bovengenoemde Robertus Cuketer?, over het algemene en eenstemmige gevolg/vervolg van onze overgebleven ??? met voornaam genoemde(?), zonder tegenspraak van de een of ander van ons, heeft de voornoemde heer Henricus de Quaderibbe, nu onmiddellijk zijn genoemde vruchtgebruik in handen van onze Robertus, genoemde abt, overgedragen voor het werk van de heer Johannes de Bucout, krijgsman, eveneens de wettige broer en naaste erfgenaam van de voornoemde vrouwe Elizabet, nagelatene van achtereenvolgens de eens genoemde heren Wilhelmus, heer van Donghen, en Henricus de Quaderibbe, krijgsheren; en door een dergelijk vruchtgebruik en erfenis zo verenigd en verbonden heeft de genoemde heer Johannes, heer van Bucout, eveneens de wettige broer en opvolger van de genoemde vrouwe Elizabet, eens de zus van hem, de genoemde beide delen eentiende in (het) leen teruggebracht aan onze Robertus, genoemde abt; en wij hebben hem tot onze vazal teruggenomen, en de vrouwe Clarissa de Myrabile, echtgenote van dezelfde heer Johannes, heer van Bucout, over de genoemde twee delen eentiende, …
Maar nog even een klein detail Constant Noppen heeft het over heer van Drongen ... Alphonse Wauters, voormalige archivaris van Brussel (1843) spreekt echter ook over "Dongen".
Piot verwijst bij Willem van Duvenvoorde naar het Hollandse kasteel vlakbij de Dobbewatering. Dat moet dus het kasteel Duivenvoorde bij Voorschoten zijn. Er is een aparte Wikipedia pagina over Willem van Duivenvoorde. Hij is in 1328 tot ridder geslagen door Jan III van Brabant. Hij leefde echter van 1290 tot 1353 en het is dus meer waarschijnlijk dat Elisabeth met een zoon van "Willem de Snickerime" getrouwd is geweest.
Dit wordt bevestigd op pagina 63 van het werk van Constant Noppen. Daar staat dat de zuster van Jan van Boechout gehuwd was met een van de natuurlijke zonen van Willem de Snickerieme (Duivenvoorde).Zij kregen geen kinderen. Op deze pagina heet zij echter Margareta. Wellicht was haar volledige naam Elisabeth Margareta?
In ieder geval wordt in de genealogie op pagina 38 van het werk van Constant Noppen (en ook bij Alphonse Wauters) de zuster Elisabeth vermeld als echtgenote van Willem van Duvenvoorde. En dat klopt dus met het werk van Charles Piot over de oorkonde(n) van de abdij van Sint-Truiden!
Later (of eerder?) in 1358 (volgens de Kroniek in 1353) krijgt Domno Johanni de Boechout het volledige recht op de tienden van Baardwijk. Deze Johanni wordt dus door Abt Mauri vander Heyden D: Joanni de Rouchaut" genoemd.......
Jan van Boechout kreeg dus enkel 'natuurlijke' kinderen en zijn vrouw Joanna van Hellebeke bleef kinderloos. Zijn de Vlaamse familie Roucourt en de Nederlandse familie Recourt, Rekoert, Rikkoert, Recoert en Rekourt afstammeling van een van de "Kinderen van Bouchout"?
Alle aanwijzingen tot nu toe wijzen die kant op ....