Bouchout en/of Rouchout ?
In afwachting van bericht uit Maastricht (zie blogbericht 13 februari 2010), verder speuren naar het raadsel van de namen "Bouchout" en "Rouchout" te Sint-Truiden. Mijn privilege abonnement bij geneanet.org helpt me een stapje verder. Daar vind ik de twee delen van Charles Piot uit 1870 met de volgende titel:
In het eerste deel wordt ook gesproken over de tienden van Baardwijk enwel in dezelfde periode als in de Kroniek van Sint-Truiden (1355). Er wordt een deel van de tienden toegekend aan Henri de Quaderibbe, die deze ter beschikking stelt aan zijn schoonbroer. Na een korte Franse samenvatting is de tekst verder in het Latijn. (indien je op de teksten klikt, dan worden deze vergroot weergegeven, 2 keer klikken is nog groter).
De volledige vertaling naar het Nederlands laat nog op zich wachten. Maar een Nederlandse samenvatting is reeds gepubliceerd door dr. J.C. Kort (zie hieronder). De familieverbanden die worden aangegeven lijken wel duidelijk.
Op de tweede helft van pagina 527 kom ik de naam Godefried van Dommelen tegen. Deze naam komen we ook tegen in de Kroniek van Sint-Truiden: de man waardoor het leen Baardwijk verloren dreigde te gaan aan Willem V graaf van Holland.
Midden pagina 528: heer Willen van Duivenvoorde en zijn zoon Willem die getrouwd is met Elisabet (zuster van Jan van Boechout, zie pagina 531). Deze informatie vinden we ook in de werken van Constant Noppen (1991) en Alphonse Wauters (1843).
Pagina 530: Joannes, Dominus de Bucout, "militis". Hij was dus blijkbaar ridder. In de voetnoot wordt verwezen naar "Bouchout" onder Meise, provincie Brabant, kanton Wolverthem (bij Brussel). Dat is dus volgens Constant Noppen (1991), maar ook anderen, het domein van Bouchout alias Boechout waar de waterburcht staat (nu Nationale Plantentuin van Belgie).
Willem van Duvenvoorde is getrouwd met Elsabeth, de zus van Johannes van Boechout. Johannes van Boechout heeft het erfrecht op de twee delen van de tienden. Johannes is getrouwd met Clarissa van Mirabelle.
en hierbij de originele acte die ik op 14 oktober 2010 van het archief Hasselt heb ontvangen:
De vertaling volgens dr J.C. Kort in het Nederlands: Toegewezen aan Jan, heer van Boechout, ridder, gehuwd met Clarissa van Mirabelle bij overdracht door Hendrik Quaderibbe, ridder, tegen heer Jan van Polanen, heer van de Lek en Breda, Govert van Dommelen, Nicolaas Spiering van Baardwijk, Pieter Overlare en de leenman nadat Hendrik Quaderibbe huwde met Eisabeth, zuster van Jan van Boechout, leenman, weduwe van Willem, heer van Dongen, ridder, zoon van Willem van Duvenvoorde, heer van Oosterhout, die verkreeg bij overdracht tijdens abt Amelius door Dirk Loef van Baardwijk, die had belast voor Govert van Dommelen met 50 pond groten tournoois maar na vijf jaar loste, zoals Dirk verkreeg bij overdracht tijdens abt Amelius door Johan, zijn broer, zoals Dirk Loef van Barendonk.
Zie ook mijn blog artikel van 6 maart 2010 en de overeenkomsten gevonden in het boek van Constant Noppen (Heren van Boechout, 1991).
Over de familie Bouchout is redelijk wat terug te vinden op het internet. Bijvoorbeeld de genealogie van Patrick Relecom. Hij spreekt onder andere over Jan van Bouchout die in 1371 vocht in de slag van Basweiler en blijkbaar heel wat kinderen achterliet. De voornaam "Jan" en "Joannem" en ook "Jean" kunnen hetzelfde betekenen. Zie ook de website van Palm Breweries.
Excommunicatie van bewoners van Sint-Truiden in 1370.
In deel 2 van het werk van Piot staat een bijzondere oorkonde. In 1370 worden 175 met naam genoemde inwoners van Sint-Truiden door proost Georges d'Arscheit (Keulen) geexcommuniceerd t.g.v. rebellie en heiligschennis. De reden van de excommunicatie is mij hier niet helemaal duidelijk, maar blijkt later in dit bericht. Het betreft lijkt me een groot gedeelte van de 'bourgois' van Sint-Truiden.
en ook Willelmum Boechout.
maar de naam Roechout komt niet voor.....
In 1393 wordt de excommunicatie weer opgeheven met een 'generaal pardon', mede na het betalen van een flink som geld.
De tekst van het pardon is in het oud-Nederlands en daaruit is af te leiden dat de excommunicatie in 1370 kwam omdat het een behoorlijk ongeregeld zooitje was in Sint-Truiden. De stad was bewoond door een hoog percentage "ondernemende vrijen" met positieve- maar ook negatieve eigenschappen. En de negatieve overheersten blijkbaar fors.
...dootslaghe, kerkeroeve, diefden, roeve, brande, huysbrekinggen ende andere onverdraghelike schaden ....waarbij waarschijnlijk ook eigen rechter werd gespeeld.
Maar vanaf nu een schone lei: ..gracie van vergiffenissen .... ende dat wi die vorscreve poerteren, inwonende ende ingheseten in huere gewoenliker eeren, staet ende vrijheit weder setten ..
.... rechtspraak weer via de Schouten en Schepenen van Sint-Truiden en we zorgen voor een fatsoenlijk bestuur van de stad! In deze periode is de organisatie van het stadsbestuur ook aanzienlijk gewijzigd want die hadden er ook niet goed aan gedaan.
Van Bouchout naar Rouchout door de excommunicate?
Wellicht heeft deze uitsluiting als lid van de kerkelijke gemeenschap er toe doen besluiten om de familienaam te veranderen van Bouchout naar Rouchout? Immers na 1370, komt de naam Bouchout niet meer voor in Sint-Truiden. Rouchout des te vaker als zowel als bestuurder, maar ook verbonden met de Abdij. Wellicht heeft Abt Mauri van der Heyden daarom in zijn leenregisteroverzicht van 1707, drie keer de naam "Rouchaut" voor Joannes (Joannem, Joanni, zie website, scroll naar beneden) gebruikt en bewust de naam Bouchout gemeden?
We weten dat vanaf circa 1400 de familie bestuurlijke functies vervulden. Rentmeester van het begijnhof (1400, Hendrick van den Roechout), schepen van de Stad van Sint-Truiden (1420, Robert van der Roechoute) en laat van het hof van de Abdij van Sint-Truiden (1428, Jan van Rouchout). Tevens wijzen de namen van de volgende generatie Jan/Johannes naar Joannes uit de 14de eeuw. Verder wordt in 1427 gesproken over de "erven van Johannes Rouchut etc", wat aangeeft dat de familie al langer in Sint-Truiden woonde. De naam wordt voor 1400 echter niet teruggevonden.
Of kwam de famile Rouchout later naar Sint-Truiden?
Het kan ook dat de familie Rouchout na 1375 vanuit Brabant naar Sint-Truiden is gekomen. De Abdij wordt vanaf deze periode door de hertog Wencelas en hertogin Joanna van Brabant vrij van tol verklaard en als het ware gezien alsof het in het Hertogdom is gesitueerd. Dat zou reizen en vestigen vanuit Brabant eenvoudig moeten maken.
... der privilegen ende vriheden voirscreven ghenieten laten, gelije of sij binnen Brabant gheseten waren ....
Dat zou ook kunnen. Maar wordt je dan binnen 1 generatie schepen (wethouder) van de stad etc? Het rommelde echter in die periode op bestuurlijk vlak, waardoor er - zo lijkt het - flink is gereorganiseerd. Het kan dus best zijn dat er ruimte was voor "allochtonen" op bestuurlijk niveau.
toevoeging 7 januari 2011
Bastaardkinderen in Sint-Truiden....
Dit lijkt toch de meestwaarschijnlijke hypothese. Heer Jan van Boechout heeft veel bastaardkinderen gekregen, bekend zijn deze in de regio Brussel. Nog niet in Sint-Truiden. Abt Mauri vander Heyden noemt voor 1400, 2 keer Dominum Johannes de Rouchaut (1358 en 1389) i.v.m. de tienden van het leen Baardwijk.
en 1 keer Johannes de Rouchaut (1372) in verband met een huis in de Plankstraat van Sint-Truiden.
Van de "Dominum 1358" is in aangetoond dat in de oorspronkelijke oorkondes Heer Jan van Boechout staat. Hij zat in 1372 gevangen in Duitsland in verband met de slag bij Baesweiler, dus dat is waarschijnlijk zijn bastaardzoon Johannem Boechout (zie oorkonde 1370). De Abt toont dit door de titel Dominum weg te laten.
Na 1400 heet de familie "van den Rouchaut". Zie bijvoorbeeld hieronder Robertus vanden Rouchaut (leenregisteronderdeel Berlingen). Uit andere oorkonden weten we dat hij Robert van den Roechout heette en schepen van Sint-Truiden was. Ook lezen we Wouter (Waltherim) waarvan we weten dat rond 1420 Robert, Wouter en Johan broers waren.
Als het klopt dan moet de Abt ergens in de oorkonden/het leenregister van de Abdij van Sint-Truiden gelezen hebben dat de naam is veranderd van Boechout naar Roechout. Want waarom zo hij anders Rouchaut (Latijn voor Roechout) hebben geschreven? De "B" is bij de Piot oorkonde uit 1355 heel duidelijk, dat kan ik zelfs goed lezen.
Wellicht ligt de sleutel in de twee overige leenregister oorkonden van 1372 of 1389, waarin de Abt "de Rouchaut" schrijft? Hopelijk zijn deze er nog ...
toevoeging 13 januari 2011
Vandaag gesproken met de archivaris van het Rijksarchief van Hasselt, dhr Rombout Nijssen. Hij gaf aan dat het leenregister van de Abt Mauri van der Heyden kan worden vergeleken met hedendaags notarieel overzicht. In die tijd worden door het leenhof Abdij van Sint-Truiden de overdracht van goederen/eigendommen etc schriftelijk bijgehouden. Door de jaren heen waren daar natuurlijk veel veranderingen en werd een en ander doorgestreept etc. De Abt heeft zegt maar het notarieele leenregister netjes opnieuw weergegeven. Het is dus een offcieel register!
***
In afwachting van bericht uit Maastricht (zie blogbericht 13 februari 2010), verder speuren naar het raadsel van de namen "Bouchout" en "Rouchout" te Sint-Truiden. Mijn privilege abonnement bij geneanet.org helpt me een stapje verder. Daar vind ik de twee delen van Charles Piot uit 1870 met de volgende titel:
In het eerste deel wordt ook gesproken over de tienden van Baardwijk enwel in dezelfde periode als in de Kroniek van Sint-Truiden (1355). Er wordt een deel van de tienden toegekend aan Henri de Quaderibbe, die deze ter beschikking stelt aan zijn schoonbroer. Na een korte Franse samenvatting is de tekst verder in het Latijn. (indien je op de teksten klikt, dan worden deze vergroot weergegeven, 2 keer klikken is nog groter).
De volledige vertaling naar het Nederlands laat nog op zich wachten. Maar een Nederlandse samenvatting is reeds gepubliceerd door dr. J.C. Kort (zie hieronder). De familieverbanden die worden aangegeven lijken wel duidelijk.
Op de tweede helft van pagina 527 kom ik de naam Godefried van Dommelen tegen. Deze naam komen we ook tegen in de Kroniek van Sint-Truiden: de man waardoor het leen Baardwijk verloren dreigde te gaan aan Willem V graaf van Holland.
Midden pagina 528: heer Willen van Duivenvoorde en zijn zoon Willem die getrouwd is met Elisabet (zuster van Jan van Boechout, zie pagina 531). Deze informatie vinden we ook in de werken van Constant Noppen (1991) en Alphonse Wauters (1843).
Pagina 530: Joannes, Dominus de Bucout, "militis". Hij was dus blijkbaar ridder. In de voetnoot wordt verwezen naar "Bouchout" onder Meise, provincie Brabant, kanton Wolverthem (bij Brussel). Dat is dus volgens Constant Noppen (1991), maar ook anderen, het domein van Bouchout alias Boechout waar de waterburcht staat (nu Nationale Plantentuin van Belgie).
Willem van Duvenvoorde is getrouwd met Elsabeth, de zus van Johannes van Boechout. Johannes van Boechout heeft het erfrecht op de twee delen van de tienden. Johannes is getrouwd met Clarissa van Mirabelle.
en hierbij de originele acte die ik op 14 oktober 2010 van het archief Hasselt heb ontvangen:
De vertaling volgens dr J.C. Kort in het Nederlands: Toegewezen aan Jan, heer van Boechout, ridder, gehuwd met Clarissa van Mirabelle bij overdracht door Hendrik Quaderibbe, ridder, tegen heer Jan van Polanen, heer van de Lek en Breda, Govert van Dommelen, Nicolaas Spiering van Baardwijk, Pieter Overlare en de leenman nadat Hendrik Quaderibbe huwde met Eisabeth, zuster van Jan van Boechout, leenman, weduwe van Willem, heer van Dongen, ridder, zoon van Willem van Duvenvoorde, heer van Oosterhout, die verkreeg bij overdracht tijdens abt Amelius door Dirk Loef van Baardwijk, die had belast voor Govert van Dommelen met 50 pond groten tournoois maar na vijf jaar loste, zoals Dirk verkreeg bij overdracht tijdens abt Amelius door Johan, zijn broer, zoals Dirk Loef van Barendonk.
Zie ook mijn blog artikel van 6 maart 2010 en de overeenkomsten gevonden in het boek van Constant Noppen (Heren van Boechout, 1991).
Over de familie Bouchout is redelijk wat terug te vinden op het internet. Bijvoorbeeld de genealogie van Patrick Relecom. Hij spreekt onder andere over Jan van Bouchout die in 1371 vocht in de slag van Basweiler en blijkbaar heel wat kinderen achterliet. De voornaam "Jan" en "Joannem" en ook "Jean" kunnen hetzelfde betekenen. Zie ook de website van Palm Breweries.
Excommunicatie van bewoners van Sint-Truiden in 1370.
In deel 2 van het werk van Piot staat een bijzondere oorkonde. In 1370 worden 175 met naam genoemde inwoners van Sint-Truiden door proost Georges d'Arscheit (Keulen) geexcommuniceerd t.g.v. rebellie en heiligschennis. De reden van de excommunicatie is mij hier niet helemaal duidelijk, maar blijkt later in dit bericht. Het betreft lijkt me een groot gedeelte van de 'bourgois' van Sint-Truiden.
In de lijst van geexcommineerden lezen we o.a. Johannem Boechout, Egidium Boechout, ....
en ook Willelmum Boechout.
maar de naam Roechout komt niet voor.....
In 1393 wordt de excommunicatie weer opgeheven met een 'generaal pardon', mede na het betalen van een flink som geld.
De tekst van het pardon is in het oud-Nederlands en daaruit is af te leiden dat de excommunicatie in 1370 kwam omdat het een behoorlijk ongeregeld zooitje was in Sint-Truiden. De stad was bewoond door een hoog percentage "ondernemende vrijen" met positieve- maar ook negatieve eigenschappen. En de negatieve overheersten blijkbaar fors.
...dootslaghe, kerkeroeve, diefden, roeve, brande, huysbrekinggen ende andere onverdraghelike schaden ....waarbij waarschijnlijk ook eigen rechter werd gespeeld.
Maar vanaf nu een schone lei: ..gracie van vergiffenissen .... ende dat wi die vorscreve poerteren, inwonende ende ingheseten in huere gewoenliker eeren, staet ende vrijheit weder setten ..
.... rechtspraak weer via de Schouten en Schepenen van Sint-Truiden en we zorgen voor een fatsoenlijk bestuur van de stad! In deze periode is de organisatie van het stadsbestuur ook aanzienlijk gewijzigd want die hadden er ook niet goed aan gedaan.
Van Bouchout naar Rouchout door de excommunicate?
Wellicht heeft deze uitsluiting als lid van de kerkelijke gemeenschap er toe doen besluiten om de familienaam te veranderen van Bouchout naar Rouchout? Immers na 1370, komt de naam Bouchout niet meer voor in Sint-Truiden. Rouchout des te vaker als zowel als bestuurder, maar ook verbonden met de Abdij. Wellicht heeft Abt Mauri van der Heyden daarom in zijn leenregisteroverzicht van 1707, drie keer de naam "Rouchaut" voor Joannes (Joannem, Joanni, zie website, scroll naar beneden) gebruikt en bewust de naam Bouchout gemeden?
We weten dat vanaf circa 1400 de familie bestuurlijke functies vervulden. Rentmeester van het begijnhof (1400, Hendrick van den Roechout), schepen van de Stad van Sint-Truiden (1420, Robert van der Roechoute) en laat van het hof van de Abdij van Sint-Truiden (1428, Jan van Rouchout). Tevens wijzen de namen van de volgende generatie Jan/Johannes naar Joannes uit de 14de eeuw. Verder wordt in 1427 gesproken over de "erven van Johannes Rouchut etc", wat aangeeft dat de familie al langer in Sint-Truiden woonde. De naam wordt voor 1400 echter niet teruggevonden.
Of kwam de famile Rouchout later naar Sint-Truiden?
Het kan ook dat de familie Rouchout na 1375 vanuit Brabant naar Sint-Truiden is gekomen. De Abdij wordt vanaf deze periode door de hertog Wencelas en hertogin Joanna van Brabant vrij van tol verklaard en als het ware gezien alsof het in het Hertogdom is gesitueerd. Dat zou reizen en vestigen vanuit Brabant eenvoudig moeten maken.
... der privilegen ende vriheden voirscreven ghenieten laten, gelije of sij binnen Brabant gheseten waren ....
Dat zou ook kunnen. Maar wordt je dan binnen 1 generatie schepen (wethouder) van de stad etc? Het rommelde echter in die periode op bestuurlijk vlak, waardoor er - zo lijkt het - flink is gereorganiseerd. Het kan dus best zijn dat er ruimte was voor "allochtonen" op bestuurlijk niveau.
toevoeging 7 januari 2011
Bastaardkinderen in Sint-Truiden....
Dit lijkt toch de meestwaarschijnlijke hypothese. Heer Jan van Boechout heeft veel bastaardkinderen gekregen, bekend zijn deze in de regio Brussel. Nog niet in Sint-Truiden. Abt Mauri vander Heyden noemt voor 1400, 2 keer Dominum Johannes de Rouchaut (1358 en 1389) i.v.m. de tienden van het leen Baardwijk.
en 1 keer Johannes de Rouchaut (1372) in verband met een huis in de Plankstraat van Sint-Truiden.
Van de "Dominum 1358" is in aangetoond dat in de oorspronkelijke oorkondes Heer Jan van Boechout staat. Hij zat in 1372 gevangen in Duitsland in verband met de slag bij Baesweiler, dus dat is waarschijnlijk zijn bastaardzoon Johannem Boechout (zie oorkonde 1370). De Abt toont dit door de titel Dominum weg te laten.
Na 1400 heet de familie "van den Rouchaut". Zie bijvoorbeeld hieronder Robertus vanden Rouchaut (leenregisteronderdeel Berlingen). Uit andere oorkonden weten we dat hij Robert van den Roechout heette en schepen van Sint-Truiden was. Ook lezen we Wouter (Waltherim) waarvan we weten dat rond 1420 Robert, Wouter en Johan broers waren.
Als het klopt dan moet de Abt ergens in de oorkonden/het leenregister van de Abdij van Sint-Truiden gelezen hebben dat de naam is veranderd van Boechout naar Roechout. Want waarom zo hij anders Rouchaut (Latijn voor Roechout) hebben geschreven? De "B" is bij de Piot oorkonde uit 1355 heel duidelijk, dat kan ik zelfs goed lezen.
Wellicht ligt de sleutel in de twee overige leenregister oorkonden van 1372 of 1389, waarin de Abt "de Rouchaut" schrijft? Hopelijk zijn deze er nog ...
toevoeging 13 januari 2011
Vandaag gesproken met de archivaris van het Rijksarchief van Hasselt, dhr Rombout Nijssen. Hij gaf aan dat het leenregister van de Abt Mauri van der Heyden kan worden vergeleken met hedendaags notarieel overzicht. In die tijd worden door het leenhof Abdij van Sint-Truiden de overdracht van goederen/eigendommen etc schriftelijk bijgehouden. Door de jaren heen waren daar natuurlijk veel veranderingen en werd een en ander doorgestreept etc. De Abt heeft zegt maar het notarieele leenregister netjes opnieuw weergegeven. Het is dus een offcieel register!
***