zaterdag 7 augustus 2010

Bezoek aan het "familiekasteel" Bouchout





















Op 6 en 7 augustus hebben we een bezoek gebracht aan het thuisland van de Berthouts (Grimbergen) en Boechouts (Meise). Wellicht het land van de voorvaderen.

We zijn begonnen in Grimbergen, het voormalige thuisland van de Berthouts, die in de middeleeuwen vijandig stonden tegenover de Hertog van Brabant en dus ook tegenover de Boechouts (Meise).



Gestart met een drankje inclusief natuurlijk een Grimbergen blond. Een prachtig uitzicht op de Sint Servaaskerk uit de 17de eeuw.




Vervolgens op zoek naar het kasteel van Grimbergen. Hier woonden de Berthouts in de 11de en 12de eeuw. Na een tochtje langs het prinsenpad zijn de restanten van de waterburcht gevonden.




De beschrijving toont kort de geschiedenis. Opgericht door Wouter van Berthout in 1095. In de twaalfde eeuw verwoest waarbij ook de familie van Craainem (voorvaderen van Boechouts) een belangrijke rol speelden. Het slot is in 1944 door de Duitsers in de brand gestoken. Er wordt gewerkt aan de restauratie.




Terug naar het centrum van Grimbergen. De abdijkerk reist weer op. De eerste steen werd gelegd in 1660 en is volledig opgetrokken uit plaatselijk zandsteen.



Het kerkplein en de straatjes in de omgeving zijn opgesierd met mooie vaandels aan de huizen. Het linkervaandel toont het wapen van Grimbergen.



En vlakbij vindt Linde op het Speelbroek toch wel sterke aanwijzingen dat we in de buurt komen ...


Even verder op het Kerkplein: een rood kruis met gele achtergrond. De kleuren van de "van Craaynems"?



Naast de kerk bevindt zich de Abdij. Deze is gesticht in 1128 en volgens Butkens werd stamvader Jan van Boechout (1320-1391) begraven in de abdijkerk van Grimbergen.

 

De oorspronkelijke abdijkerk is voor de eerste maal volledig verwoest tijdens de Grimbergse oorlogen (1139-1159). Ook tijdens de beeldenstorm (1579) is de abdij geplunderd en later in brand gestoken. Er is dus nog maar weinig van de oorspronkelijke gebouwen over. Enkel de toegangspoort, de hoeve en de pastorie zijn gespaard gebleven ..




In de voormalige abdijhoeve "Fenikshof' is o.a. de volksterrenwacht "MIRA" gevestigd, maar ook het biermuseum en het restaurant.





NB: de Feniks is het symbool van de Abdij van Grimbergen. Net zoals de mythologische vogel, is de Abdijkerk ook meermaals uit de as herrezenen en is er tot op heden een Norbertijner gemeenschap.


S'avonds hebben we natuurlijk gegeten in de Fenikshof, met wederom een prachtig uitzicht op de Abdijkerk. Proost Jan van Boechout, je graf hebben we niet gevonden, maar de mosselen smaakten heerlijk!

De volgende dag vroeg op pad naar de 92 ha Nationale Plantentuin van Belgie bij Meise, circa 5 km ten westen van Grimbergen. Daar bevindt zich namelijk het kasteel van Bouchout alias Boechout.


Vanaf de hoofdingang is het rechtdoor naar het kasteel en ja hoor ....



Het kasteel Bouchout toont zich in volle glorie. Luc Recourt gaat op zoek naar zijn voorvaderen. Is dat Daniel van Boechout, circa 21 generaties terug in de tijd?

  

Gevonden, en natuurlijk even een "familiefoto", waarbij Linde de meeste gelijkenis vertoont!

 

Daniel (Daneel) van Boechout alias Wanghe, Senechalk van Brabant, grootvader van mogelijke stamvader Jan van Boechout.
Op 5 juni 1288 begon de slag bij Woeringen. De vijand (Gerle, Luxemburg, Nassau en Keulen) had een leger van ongeveer 40.000 krijgers terwijl de Brabanders en hun bondgenoten slechts 15.000 manschappen telden, waaronder 2000 ridders. De ganse dag werd er met ongelooflijke verbetenheid gevochten. Reinoud van Gelre wilde de overwinning afdwingen en drong met zijn manschappen diep in de gelederen van de Brabanders.
Hij werd echter door Daniel van Boechout zwaar gewond en gevangen genomen waarna zijn manschappen op de vlucht sloegen. Dit was het keerpunt van de slag die uiteindelijk door Jan I, hertog van Brabant werd gewonnen.

Deze passage komt uit het boek van Constant Noppen "De heren van Boechout" (1991), dat voor 10 euro te koop is in de tuinwinkel van het domein. Het is een mooi overzichtswerk dat het kasteel beschrijft door de eeuwen heen. Op de laatste pagina staat een foto van het ridderbeeld met als onderschrift: "Beeld van Daniel van Boechout, de held van de slag van Woeringen". Het boek heeft ook een goede literatuurlijst. In meerdere blogartikelen en op de website verwijs ik naar het werk van Noppen, bijvoorbeeld halverwege het blogartikel van 6 maart 2010, maar ook op de website over het leven van Jan van Boechout en zijn voorvaderen (Bouchout pagina onderaan).

Daniel van Boechout bewaakt zijn kasteel nog steeds met links een zwaard en rechts een bijl...


Het familiezegel van de Boechouts is op meerdere plaatsen op het kasteel zichtbaar.

Het rode kruis ...

... en het zegel met het schild van Boechout; daarboven helm en helmkleed en een gebaarde man die een wimpel vasthoudt en uit de vlammen komt.













Het kasteel was binnen enkel beperkt toegankelijk en mijn foto's zijn niet erg duidelijk. Zie hier een overzicht van alle zalen die te huur zijn: http://www.br.fgov.be/PUBLIC/GENERAL/GENERALNL/rentacastlenl.php

Bij deze enkele details van de publieke wapenzaal:
































ook een mooi overzichtsplaatje van de Erekoer. Het was erg rustig op deze ochtend dus we hadden het rijk alleen.
















Het kasteel ligt aan de kasteelvijver en al rondlopend krijg je een mooie indruk van de Middeleeuwse burcht.

In het begin van de twaalfde eeuw stonden de troepen van de Hertog van Brabant oog in oog met de troepen van Meise, de 'Milites de Menza'. Beide vestigingen groeiden uit tot waterkastelen met een parkdomein. Het kasteel van Bouchout onderging verschillende ingrijpende verbouwingen: de vierkante toren, het oudste gedeelte, dateert uit de 14de eeuw.

Zie dit blogartikel over de groeiende verzameling aan Bouchout afbeeldingen

Over de oorspong van de naam Bouchout heb ik twee verklaringen gevonden. De eerste is Booc-holt (Boog-Hout) oftewel "Arcem tene = houdt de boog vast" omdat het kasteel zeer tactisch op 'schotsafstand" van de vijand is gesitueerd (Zie hieronder, Johannes Gramaeye uit 1606). 
















De tweede is 'beukenbos' (boco & holt) omdat dit de oorspronkelijke begroeing van de locatie was.

Het meest waarschijnlijke is dat de naam Boechout een samenstelling is van "boec, bok,beuk" en "hout" de oudere benaming is voor "bos, woud". Vergelijkbaar met "Bruggenhout", "Bokrijk", "Bueken" enz, tientallen plaatsnamen in de Belgische toponomie (bron dhr F. Meskens, Kon. Hist. Gen. Vlaams-Brabant en Brussel). 

Omstreeks 1830 verkreeg kasteel Bouchout zijn huidige architecturale vormgeving en rond 1980 werden de binnenruimten ingericht. Keizerin Charlotte, zuster van koning Leopold II en weduwe van aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk, de gefusilleerde keizer van Mexico, kocht de beide kastelen met aanhorige parken en bracht hier zo goed als haar hele leven door. Het 'Hof te Meise' brandde in de tweede wereldoorlog volledig af.



Natuurlijk hebben we ook andere delen van de plantentuin bezocht, ik ben namelijk (moleculair) bioloog. Mooi is de plantenkas met verschillende ruimtes waarin diverse klimaten zijn nagebootst.


Zie boven de reuzenwaterlelie die tijdens een 19-eeuwse expeditie in Zuid-Amerika werd ontdekt.



Linde heeft haar stamboom gevonden!



en Luc speurt nog wat verder terug in de tijd.





nog een laatste plaatje van het 'familie' kasteel ...



.. en een versnapering in de tuin van de Orangerie. We gaan zeker terugkomen naar deze mooie oase van rust met rijke historiek!



zondag 20 juni 2010

Bezoek aan Sint-Truiden, stad van de voorouders "van den Roechout"




















In het weekeinde van 29 en 30 mei 2010, hebben we Sint-Truiden bezocht, het stadje in Belgisch-Limburg waar de voorouders "van den Roechout" hebben gewoond (circa 1350 tot 1500). Het is een historisch stadje dat rond de Abdij van Sint Trudo (657) is gebouwd.





















Natuurlijk gestart bij de Abdij, slechts een klein deel is nog intact, maar voldoende om een indruk te krijgen van dit immense bouwwerk uit de middeleeuwen.



















Voor het altaar van de Abdij, kreeg Jan van Roechout (alias Boechout) in 1358 van Abt Robbert het recht op de tienden van Baardwijk. Deze inkomsten waren vast bestemd voor zijn natuurlijke kinderen te Sint-Truiden...


Het kerkgedeelte is volledig verdwenen (brand, plundering etc). De palen geven een impressie van de hoogte van de kerk. Helaas was de toren wegens herstelwerkzaamheden niet toegankelijk. Zie hieronder een overzicht van de diverse bouwperioden op een stenen plaat ter hoogte van het voormalig altaar. Ruim 650 jaar geleden stond hier waarschijnlijk Jan van Roechout alias Boechout.



Bijzonder zijn de crypten die nog wel zijn bewaard. In het voorste gedeelte is een chronologisch overzicht van de Abten.




Verder naar achteren zijn ook de begraaftombes van de abten te bezichtigen.



De Abt van het klooster bezat zijn eigen verblijf, met uitkijk op de toren.


en de Keizerzaal is ook nog in de Napoleon tijd gebruikt en toont schitterende schilderingen.





...... De volgende stop was het Begijnhof. Henrick van den Rouchout en (klein)kinderen van hem, waren rentmeester van de Begijnen (circa 1400-1480).  

In het midden van het Begijnhof staat een kerkje. Helaas was de deur dicht toen wij er waren.




Mooie oude pandjes, een oude put en een van de voormalige woningen is nu een cafee.


"Moet ik nu alweer poseren, Pappa?"














Boven: Zat Henrick hier in de 15de eeuw de penningen te tellen? Waarschijnlijk niet want als ik het goed heb zijn de huizen rond de kerk pas later gebouwd.

Onder: pauze na al die cultuur en familiegeschiedenis ....

















Even alleen op zoek naar de Koestraat. Daar hadden de broers van den Roechout een huis rond 1420. Ondertussen al uitgevonden dat de Koestraat tegenwoordig Schepen de Jonghstraat heet.

Deze straat is snel gevonden. Volgens een lokale gids is deze straat wat gekronkeld omdat de koeien ook niet recht liepen ... Blijkbaar was de straat eerst een pad voor de koeien, op weg naar de koeienmarkt?



















Het straatnaamplaatje op de hoek van de Luikerstraat bevindt zich op een oud pand....




















.... maar huizen uit de 15de eeuw? Dat is ook wel erg lang geleden, dus de kans om daar nog sporen van te vinden is heel klein.














De straat kronkelt inderdaad, leuk om er even doorheen te lopen, maar geen sporen van Wouter, Robert, Johan of Hendrik.

Terug naar het centrum en een plaatje van het stadhuis waarvan het onderste gedeelte stamt uit de 14de eeuw. Robert vanden Roechout en zijn nazaten waren schepen (wethouder) in de periode circa 1420 - 1480.















Achter het stadhuis staat de Onze-Lieve-Vrouwe Kerk en natuurlijk even een bezoekje.













































Helaas konden we de ingang naar "schatkamer" onder de kerk niet vinden, maar dat staat voor de volgende keer op het programma.

Tenslotte nog op zoek naar het laatste stukje van de stadsmuur. Dat bevindt zich achterin de tuin van het Minderbroedersklooster.












Op 26 juli 1484 werd in het hof van de Minderbroeders besloten dat Engel Vermeulen het recht om bier te brouwen niet kon kopen. Immers, bierbrouwen was een van de 13 beschermde ambachten van Sint-Truiden. Robert vanden Rouchout was als schepen (wethouder) van de stad aanwezig tijdens de vergadering.













even zoeken maar toch de laatste restanten van de stadsmuur gevonden.



Een mooie tocht terug in de tijd en we hebben de sfeer van de familie in de 14de en 15de eeuw goed geproefd.



en na een laatste versnapering weer terug naar d'n Holland ...


vrijdag 18 juni 2010

Kasteel Boechout op TV: Balkenende neemt afscheid.

Voormalig Premier Balkenende neemt afscheid van zijn vrienden in kasteel Boechout te Meise.

Gisteren donderdag 17 juni 2010 op 20.00 hr was het "familiekasteel" Boechout te Meise tijdens het NOS journaal op de Nederlandse televisie.

Voormalig Nederlands premier Jan-Peter Balkenende neemt afscheid van zijn Europese vrienden.














Angela Merkel gaf aan dat Jan-Peter Balkenende veel voor Europa heeft betekend. 













Jan-Peter Balkenende herinnerde zich ook de eerste keer op het kasteel Boechout. Toen had hij zijn jasje niet aan.














Het item bij het kasteel Boechout begint ongeveer na 12 minuten NOS Journaal en er wordt verwezen naar "een middeleeuwse kasteeltje bij Brussel".

Zie hier de link: http://nos.nl/uitzending/16209-20100617-200000-nos-journaal-2000-uur.html

vrijdag 14 mei 2010

De eerste "familie foto": 1142.

Waar kwamen "de Boechouts" vandaan? Op basis van zijn onderzoek concludeert Constant Noppen dat de heren van Boechout afstammen van Lambert van Creyenhem (Craainem). Hij woonde in Zaventem en Sterrebeek. Dit is in de periode van de oorsprong van het Hertogdom van Brabant toen Godfried 1 (met de Baard) hertog was. Lang niet alle domeinen binnen het Hertogdom waren toen al loyaal aan de Hertog, waaronder deze van de Berthouts uit Grimbergen.

Na het overlijden van Godfried I (1139), werd door de Berthouts de strijd aangebonden met zijn zoon Godfried II.  Bij zijn overlijden (1142) was zijn zoontje (Godfried III) nog geen jaar oud en zijn weduwe Lutgardis van Moha stelde een regentschap in met als voogden (voorvaderen) Lambert II van Craainem (heer van Kraainhem), Arnold van Craainem (ridder van Wemmel) en de heer van Wezemaal.

De strijd tegen de Berthouts te Grimbergen verhevigde en beide legers troffen zich in de velden van Langehaeghe en het Priesterlindeveld bij Vilvoorde.  Gedurende vier dagen werd er verwoed gevochten doch zonder succes. Daar de aanvoerders van de Brabanders begonnen te twijfelen aan hun zegekansen, brachten ze de Ducis in cunis  - de hertog in de wieg - naar het slagveld. In de Brabantse Yeesten schreef Jan van Boendael als volgt:

.... Doen reet her Arnt van Crayenen
Te Bruessele, om den jonge heere
Die hi brachte, sonder deere
Des avonts in dat Brabantse Heere ...

Door de aanwezigheid van de jonge prins vatten de Brabanders weer moed en versloegen de Berthouts, die zich vervolgens terugtrokken in hun burcht op de Borchthoogte. Dit was een belangrijke veldslag voor Brabant, maar de uiteindelijke overwinning werd pas behaald in 1159.



















"De Hertog in de Wieg" waarvan Lambert II - en Arnold van Craainem het voogdijschap hadden, aanwezig tijdens de slag tegen de Berthouts in 1142.


Bron: De Heren van Boechout en hun Waterburcht te Meise, Constant Noppen (1991).

zaterdag 6 maart 2010

Werken van Louis De Bondt, Constant Noppen en Alphonse Wauters

Afgelopen weken weer enige vorderingen gemaakt in de speurtocht naar de wortels van de famile Roechout. Allereerst een hele mooie website gevonden van Louis De Bondt. Zeker een aanrader als je de geschiedenis van de streek Londerzeel wilt leren.


LONDERZEEL VROEGER

Historische en Genealogische bijdragen over -Londerzeel, St.-Jozef, Malderen en Steenhuffel Geschiedenis, transcripties, verhalen, sagen, anekdotes, volkstaal, volksliedjes, gebruiken... Bewerkingen van registers, streekgenealogieën, biografieën... Londerzeels archief, Londerzeelse bibliografie, links...


Op zijn site heeft hij mooie bijdrages over de genealogie van de familie "van Boechout" alias "van Bouchout", ook in relatie tot de heerlijkheid Diepensteyn met leuke achtergrondverhalen.

Ik heb hem per email gevraagd wat hij vond van de relatie van de familie "vanden Roechout" met "van Boechout".  Vrij snel heb ik van hem een antwoord gekregen.

Volgens hem is de verschuiving van Bouchout naar Rouchout zeer goed mogelijk. Een vergelijkbaar geval in zijn buurt is het domein "Bouckenborgh" dat een eeuw of zo later plotseling "Rouckenborgh" is gaan heten. Hij twijfelt echter aan of "de Bouchout" (= Latijn of Frans voor 'van Bouchout') ooit Vanden Rouchout kan geworden zijn. Bouchout verwijst immers in alle gevallen naar een plaats. Iemand is dus van of uit Bouchout, Buggenhout of Bocholt maar nooit van den Bouchout, Buggenhout of Bocholt. Tenzij het om een schrijffout gaat zou Rouchout hier een mannelijk zelfstandig enkelvoudig naamwoord moeten zijn. Aha, nieuwe inzichten dus: een cruciaal verschil tussen "van" en "vanden". Dat heb ik me nog niet gerealiseerd. 

Ik heb mijn meest recente scans er nog eens op nageslagen en zie echter dat er niet consequent "vanden" wordt gebruikt. Zie hieronder een paar "van" voorbeelden:


  





Jan van Roechout, uit 1428 (laat van het hof van Aalst, Abij St Truiden)








Johan van Rouchout, uit 1427 (geschil over erfenisverdeling, Oorkonde landkommanderij Ouden Biezen).








En tenslotte ook nog een Latijnse vorm uit 1496 "Robertum de Roechout", schepen te Sint-Truiden (Piot, 1870). Deze Robert wordt ook met "van" en "vanden" benoemd.


Dus niet erg consequent "van" of "vanden" dus. Blijft staan dat Abt Mauri vander Heyden in zijn leenregisteroverzicht wel een scherpe overgang gemaakt heeft van "de" naar "vanden". Wilde hij daar iets mee zeggen? 

De aanwijzing naar Meise bij Brussel wordt versterkt door het werk van Constant Noppen uit 1991: "De Heren van Boechout en hun Waterburcht te Meise".









 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hij geeft een mooi overzicht van de familie "van Boechout" met wortels in de famile "van Kraainem". Heel nuttig is dat hij het leven van Jan van Boechout (1320-1391), oa kastelein van Brussel redelijk gedetailleerd beschrijft. Zie ook de website hiervoor.
 
 
 
 
 
 
 
 
Een detail is bijzonder interessant. Op pagina 55 lezen we dat Jan van Boechout een zus had die Elisabeth heette. Zij trouwde met Willem van Duvenvoorde, heer van Drongen.

 
Een aansluiting met het werk van Charles Piot die in een oorkonde uit 1355 omtrent het vruchtgebruik van 2 delen van de tienden van Baardwijk krijgt (zie ook blog 20 februari 2010). 
 
We lezen over domini Elizabet van wie Jan een "frater legitimus is", dus haar broer en over dominorium Wilhelmi, domini de Donghen die eerder in de oorkonde aanvullend“... militis, nati (=geboren) domini Wilhelmi de Duvenvorde” wordt genoemd.   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


gedeeltelijke vertaling (met dank aan Mirjam van Rooijen)

En met deze speciale verklaring van ons, aldus gedaan door mij

bovengenoemde Robertus Cuketer?, over het algemene en eenstemmige gevolg/vervolg van onze overgebleven ??? met voornaam genoemde(?), zonder tegenspraak van de een of ander van ons, heeft de voornoemde heer Henricus de Quaderibbe, nu onmiddellijk zijn genoemde vruchtgebruik in handen van onze Robertus, genoemde abt, overgedragen voor het werk van de heer Johannes de Bucout, krijgsman, eveneens de wettige broer en naaste erfgenaam van de voornoemde vrouwe Elizabet, nagelatene van achtereenvolgens de eens genoemde heren Wilhelmus, heer van Donghen, en Henricus de Quaderibbe, krijgsheren; en door een dergelijk vruchtgebruik en erfenis zo verenigd en verbonden heeft de genoemde heer Johannes, heer van Bucout, eveneens de wettige broer en opvolger van de genoemde vrouwe Elizabet, eens de zus van hem, de genoemde beide delen eentiende in (het) leen teruggebracht aan onze Robertus, genoemde abt; en wij hebben hem tot onze vazal teruggenomen, en de vrouwe Clarissa de Myrabile, echtgenote van dezelfde heer Johannes, heer van Bucout, over de genoemde twee delen eentiende,







Maar nog even een klein detail Constant Noppen heeft het over heer van Drongen ... Alphonse Wauters, voormalige archivaris van Brussel (1843) spreekt echter ook over "Dongen".







Piot verwijst bij Willem van Duvenvoorde naar het Hollandse kasteel vlakbij de Dobbewatering. Dat moet dus het kasteel Duivenvoorde bij Voorschoten zijn. Er is een aparte Wikipedia pagina over Willem van Duivenvoorde. Hij is in 1328 tot ridder geslagen door Jan III van Brabant. Hij leefde echter van 1290 tot 1353 en het is dus meer waarschijnlijk dat Elisabeth met een zoon van "Willem de Snickerime" getrouwd is geweest. 

Dit wordt bevestigd op pagina 63 van het werk van Constant Noppen. Daar staat dat de zuster van Jan van Boechout gehuwd was met een van de natuurlijke zonen van Willem de Snickerieme (Duivenvoorde).Zij kregen geen kinderen. Op deze pagina heet zij echter Margareta. Wellicht was haar volledige naam Elisabeth Margareta?

In ieder geval wordt in de genealogie op pagina 38 van het werk van Constant Noppen (en ook bij Alphonse Wauters) de zuster Elisabeth vermeld als echtgenote van Willem van Duvenvoorde. En dat klopt dus met het werk van Charles Piot over de oorkonde(n) van de abdij van Sint-Truiden! 






















Later (of eerder?) in 1358 (volgens de Kroniek in 1353) krijgt Domno Johanni de Boechout het volledige recht op de tienden van Baardwijk. Deze Johanni wordt dus door Abt Mauri vander Heyden D: Joanni de Rouchaut" genoemd.......

Jan van Boechout kreeg dus enkel 'natuurlijke' kinderen en zijn vrouw Joanna van Hellebeke bleef kinderloos. Zijn de Vlaamse familie Roucourt en de Nederlandse familie Recourt, Rekoert, Rikkoert, Recoert en Rekourt afstammeling van een van de "Kinderen van Bouchout"?

Alle aanwijzingen tot nu toe wijzen die kant op ....