zondag 20 juni 2010

Bezoek aan Sint-Truiden, stad van de voorouders "van den Roechout"




















In het weekeinde van 29 en 30 mei 2010, hebben we Sint-Truiden bezocht, het stadje in Belgisch-Limburg waar de voorouders "van den Roechout" hebben gewoond (circa 1350 tot 1500). Het is een historisch stadje dat rond de Abdij van Sint Trudo (657) is gebouwd.





















Natuurlijk gestart bij de Abdij, slechts een klein deel is nog intact, maar voldoende om een indruk te krijgen van dit immense bouwwerk uit de middeleeuwen.



















Voor het altaar van de Abdij, kreeg Jan van Roechout (alias Boechout) in 1358 van Abt Robbert het recht op de tienden van Baardwijk. Deze inkomsten waren vast bestemd voor zijn natuurlijke kinderen te Sint-Truiden...


Het kerkgedeelte is volledig verdwenen (brand, plundering etc). De palen geven een impressie van de hoogte van de kerk. Helaas was de toren wegens herstelwerkzaamheden niet toegankelijk. Zie hieronder een overzicht van de diverse bouwperioden op een stenen plaat ter hoogte van het voormalig altaar. Ruim 650 jaar geleden stond hier waarschijnlijk Jan van Roechout alias Boechout.



Bijzonder zijn de crypten die nog wel zijn bewaard. In het voorste gedeelte is een chronologisch overzicht van de Abten.




Verder naar achteren zijn ook de begraaftombes van de abten te bezichtigen.



De Abt van het klooster bezat zijn eigen verblijf, met uitkijk op de toren.


en de Keizerzaal is ook nog in de Napoleon tijd gebruikt en toont schitterende schilderingen.





...... De volgende stop was het Begijnhof. Henrick van den Rouchout en (klein)kinderen van hem, waren rentmeester van de Begijnen (circa 1400-1480).  

In het midden van het Begijnhof staat een kerkje. Helaas was de deur dicht toen wij er waren.




Mooie oude pandjes, een oude put en een van de voormalige woningen is nu een cafee.


"Moet ik nu alweer poseren, Pappa?"














Boven: Zat Henrick hier in de 15de eeuw de penningen te tellen? Waarschijnlijk niet want als ik het goed heb zijn de huizen rond de kerk pas later gebouwd.

Onder: pauze na al die cultuur en familiegeschiedenis ....

















Even alleen op zoek naar de Koestraat. Daar hadden de broers van den Roechout een huis rond 1420. Ondertussen al uitgevonden dat de Koestraat tegenwoordig Schepen de Jonghstraat heet.

Deze straat is snel gevonden. Volgens een lokale gids is deze straat wat gekronkeld omdat de koeien ook niet recht liepen ... Blijkbaar was de straat eerst een pad voor de koeien, op weg naar de koeienmarkt?



















Het straatnaamplaatje op de hoek van de Luikerstraat bevindt zich op een oud pand....




















.... maar huizen uit de 15de eeuw? Dat is ook wel erg lang geleden, dus de kans om daar nog sporen van te vinden is heel klein.














De straat kronkelt inderdaad, leuk om er even doorheen te lopen, maar geen sporen van Wouter, Robert, Johan of Hendrik.

Terug naar het centrum en een plaatje van het stadhuis waarvan het onderste gedeelte stamt uit de 14de eeuw. Robert vanden Roechout en zijn nazaten waren schepen (wethouder) in de periode circa 1420 - 1480.















Achter het stadhuis staat de Onze-Lieve-Vrouwe Kerk en natuurlijk even een bezoekje.













































Helaas konden we de ingang naar "schatkamer" onder de kerk niet vinden, maar dat staat voor de volgende keer op het programma.

Tenslotte nog op zoek naar het laatste stukje van de stadsmuur. Dat bevindt zich achterin de tuin van het Minderbroedersklooster.












Op 26 juli 1484 werd in het hof van de Minderbroeders besloten dat Engel Vermeulen het recht om bier te brouwen niet kon kopen. Immers, bierbrouwen was een van de 13 beschermde ambachten van Sint-Truiden. Robert vanden Rouchout was als schepen (wethouder) van de stad aanwezig tijdens de vergadering.













even zoeken maar toch de laatste restanten van de stadsmuur gevonden.



Een mooie tocht terug in de tijd en we hebben de sfeer van de familie in de 14de en 15de eeuw goed geproefd.



en na een laatste versnapering weer terug naar d'n Holland ...


vrijdag 18 juni 2010

Kasteel Boechout op TV: Balkenende neemt afscheid.

Voormalig Premier Balkenende neemt afscheid van zijn vrienden in kasteel Boechout te Meise.

Gisteren donderdag 17 juni 2010 op 20.00 hr was het "familiekasteel" Boechout te Meise tijdens het NOS journaal op de Nederlandse televisie.

Voormalig Nederlands premier Jan-Peter Balkenende neemt afscheid van zijn Europese vrienden.














Angela Merkel gaf aan dat Jan-Peter Balkenende veel voor Europa heeft betekend. 













Jan-Peter Balkenende herinnerde zich ook de eerste keer op het kasteel Boechout. Toen had hij zijn jasje niet aan.














Het item bij het kasteel Boechout begint ongeveer na 12 minuten NOS Journaal en er wordt verwezen naar "een middeleeuwse kasteeltje bij Brussel".

Zie hier de link: http://nos.nl/uitzending/16209-20100617-200000-nos-journaal-2000-uur.html

vrijdag 14 mei 2010

De eerste "familie foto": 1142.

Waar kwamen "de Boechouts" vandaan? Op basis van zijn onderzoek concludeert Constant Noppen dat de heren van Boechout afstammen van Lambert van Creyenhem (Craainem). Hij woonde in Zaventem en Sterrebeek. Dit is in de periode van de oorsprong van het Hertogdom van Brabant toen Godfried 1 (met de Baard) hertog was. Lang niet alle domeinen binnen het Hertogdom waren toen al loyaal aan de Hertog, waaronder deze van de Berthouts uit Grimbergen.

Na het overlijden van Godfried I (1139), werd door de Berthouts de strijd aangebonden met zijn zoon Godfried II.  Bij zijn overlijden (1142) was zijn zoontje (Godfried III) nog geen jaar oud en zijn weduwe Lutgardis van Moha stelde een regentschap in met als voogden (voorvaderen) Lambert II van Craainem (heer van Kraainhem), Arnold van Craainem (ridder van Wemmel) en de heer van Wezemaal.

De strijd tegen de Berthouts te Grimbergen verhevigde en beide legers troffen zich in de velden van Langehaeghe en het Priesterlindeveld bij Vilvoorde.  Gedurende vier dagen werd er verwoed gevochten doch zonder succes. Daar de aanvoerders van de Brabanders begonnen te twijfelen aan hun zegekansen, brachten ze de Ducis in cunis  - de hertog in de wieg - naar het slagveld. In de Brabantse Yeesten schreef Jan van Boendael als volgt:

.... Doen reet her Arnt van Crayenen
Te Bruessele, om den jonge heere
Die hi brachte, sonder deere
Des avonts in dat Brabantse Heere ...

Door de aanwezigheid van de jonge prins vatten de Brabanders weer moed en versloegen de Berthouts, die zich vervolgens terugtrokken in hun burcht op de Borchthoogte. Dit was een belangrijke veldslag voor Brabant, maar de uiteindelijke overwinning werd pas behaald in 1159.



















"De Hertog in de Wieg" waarvan Lambert II - en Arnold van Craainem het voogdijschap hadden, aanwezig tijdens de slag tegen de Berthouts in 1142.


Bron: De Heren van Boechout en hun Waterburcht te Meise, Constant Noppen (1991).

zaterdag 6 maart 2010

Werken van Louis De Bondt, Constant Noppen en Alphonse Wauters

Afgelopen weken weer enige vorderingen gemaakt in de speurtocht naar de wortels van de famile Roechout. Allereerst een hele mooie website gevonden van Louis De Bondt. Zeker een aanrader als je de geschiedenis van de streek Londerzeel wilt leren.


LONDERZEEL VROEGER

Historische en Genealogische bijdragen over -Londerzeel, St.-Jozef, Malderen en Steenhuffel Geschiedenis, transcripties, verhalen, sagen, anekdotes, volkstaal, volksliedjes, gebruiken... Bewerkingen van registers, streekgenealogieën, biografieën... Londerzeels archief, Londerzeelse bibliografie, links...


Op zijn site heeft hij mooie bijdrages over de genealogie van de familie "van Boechout" alias "van Bouchout", ook in relatie tot de heerlijkheid Diepensteyn met leuke achtergrondverhalen.

Ik heb hem per email gevraagd wat hij vond van de relatie van de familie "vanden Roechout" met "van Boechout".  Vrij snel heb ik van hem een antwoord gekregen.

Volgens hem is de verschuiving van Bouchout naar Rouchout zeer goed mogelijk. Een vergelijkbaar geval in zijn buurt is het domein "Bouckenborgh" dat een eeuw of zo later plotseling "Rouckenborgh" is gaan heten. Hij twijfelt echter aan of "de Bouchout" (= Latijn of Frans voor 'van Bouchout') ooit Vanden Rouchout kan geworden zijn. Bouchout verwijst immers in alle gevallen naar een plaats. Iemand is dus van of uit Bouchout, Buggenhout of Bocholt maar nooit van den Bouchout, Buggenhout of Bocholt. Tenzij het om een schrijffout gaat zou Rouchout hier een mannelijk zelfstandig enkelvoudig naamwoord moeten zijn. Aha, nieuwe inzichten dus: een cruciaal verschil tussen "van" en "vanden". Dat heb ik me nog niet gerealiseerd. 

Ik heb mijn meest recente scans er nog eens op nageslagen en zie echter dat er niet consequent "vanden" wordt gebruikt. Zie hieronder een paar "van" voorbeelden:


  





Jan van Roechout, uit 1428 (laat van het hof van Aalst, Abij St Truiden)








Johan van Rouchout, uit 1427 (geschil over erfenisverdeling, Oorkonde landkommanderij Ouden Biezen).








En tenslotte ook nog een Latijnse vorm uit 1496 "Robertum de Roechout", schepen te Sint-Truiden (Piot, 1870). Deze Robert wordt ook met "van" en "vanden" benoemd.


Dus niet erg consequent "van" of "vanden" dus. Blijft staan dat Abt Mauri vander Heyden in zijn leenregisteroverzicht wel een scherpe overgang gemaakt heeft van "de" naar "vanden". Wilde hij daar iets mee zeggen? 

De aanwijzing naar Meise bij Brussel wordt versterkt door het werk van Constant Noppen uit 1991: "De Heren van Boechout en hun Waterburcht te Meise".









 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
Hij geeft een mooi overzicht van de familie "van Boechout" met wortels in de famile "van Kraainem". Heel nuttig is dat hij het leven van Jan van Boechout (1320-1391), oa kastelein van Brussel redelijk gedetailleerd beschrijft. Zie ook de website hiervoor.
 
 
 
 
 
 
 
 
Een detail is bijzonder interessant. Op pagina 55 lezen we dat Jan van Boechout een zus had die Elisabeth heette. Zij trouwde met Willem van Duvenvoorde, heer van Drongen.

 
Een aansluiting met het werk van Charles Piot die in een oorkonde uit 1355 omtrent het vruchtgebruik van 2 delen van de tienden van Baardwijk krijgt (zie ook blog 20 februari 2010). 
 
We lezen over domini Elizabet van wie Jan een "frater legitimus is", dus haar broer en over dominorium Wilhelmi, domini de Donghen die eerder in de oorkonde aanvullend“... militis, nati (=geboren) domini Wilhelmi de Duvenvorde” wordt genoemd.   
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 


gedeeltelijke vertaling (met dank aan Mirjam van Rooijen)

En met deze speciale verklaring van ons, aldus gedaan door mij

bovengenoemde Robertus Cuketer?, over het algemene en eenstemmige gevolg/vervolg van onze overgebleven ??? met voornaam genoemde(?), zonder tegenspraak van de een of ander van ons, heeft de voornoemde heer Henricus de Quaderibbe, nu onmiddellijk zijn genoemde vruchtgebruik in handen van onze Robertus, genoemde abt, overgedragen voor het werk van de heer Johannes de Bucout, krijgsman, eveneens de wettige broer en naaste erfgenaam van de voornoemde vrouwe Elizabet, nagelatene van achtereenvolgens de eens genoemde heren Wilhelmus, heer van Donghen, en Henricus de Quaderibbe, krijgsheren; en door een dergelijk vruchtgebruik en erfenis zo verenigd en verbonden heeft de genoemde heer Johannes, heer van Bucout, eveneens de wettige broer en opvolger van de genoemde vrouwe Elizabet, eens de zus van hem, de genoemde beide delen eentiende in (het) leen teruggebracht aan onze Robertus, genoemde abt; en wij hebben hem tot onze vazal teruggenomen, en de vrouwe Clarissa de Myrabile, echtgenote van dezelfde heer Johannes, heer van Bucout, over de genoemde twee delen eentiende,







Maar nog even een klein detail Constant Noppen heeft het over heer van Drongen ... Alphonse Wauters, voormalige archivaris van Brussel (1843) spreekt echter ook over "Dongen".







Piot verwijst bij Willem van Duvenvoorde naar het Hollandse kasteel vlakbij de Dobbewatering. Dat moet dus het kasteel Duivenvoorde bij Voorschoten zijn. Er is een aparte Wikipedia pagina over Willem van Duivenvoorde. Hij is in 1328 tot ridder geslagen door Jan III van Brabant. Hij leefde echter van 1290 tot 1353 en het is dus meer waarschijnlijk dat Elisabeth met een zoon van "Willem de Snickerime" getrouwd is geweest. 

Dit wordt bevestigd op pagina 63 van het werk van Constant Noppen. Daar staat dat de zuster van Jan van Boechout gehuwd was met een van de natuurlijke zonen van Willem de Snickerieme (Duivenvoorde).Zij kregen geen kinderen. Op deze pagina heet zij echter Margareta. Wellicht was haar volledige naam Elisabeth Margareta?

In ieder geval wordt in de genealogie op pagina 38 van het werk van Constant Noppen (en ook bij Alphonse Wauters) de zuster Elisabeth vermeld als echtgenote van Willem van Duvenvoorde. En dat klopt dus met het werk van Charles Piot over de oorkonde(n) van de abdij van Sint-Truiden! 






















Later (of eerder?) in 1358 (volgens de Kroniek in 1353) krijgt Domno Johanni de Boechout het volledige recht op de tienden van Baardwijk. Deze Johanni wordt dus door Abt Mauri vander Heyden D: Joanni de Rouchaut" genoemd.......

Jan van Boechout kreeg dus enkel 'natuurlijke' kinderen en zijn vrouw Joanna van Hellebeke bleef kinderloos. Zijn de Vlaamse familie Roucourt en de Nederlandse familie Recourt, Rekoert, Rikkoert, Recoert en Rekourt afstammeling van een van de "Kinderen van Bouchout"?

Alle aanwijzingen tot nu toe wijzen die kant op ....

maandag 22 februari 2010

Het mysterie "Boechout" versus "Roechout", wat zeggen de familiezegels?

Verder speuren naar een mogelijke relatie tussen de namen Rouchout en Bouchout in Sint-Truiden. Abt Mauri van der Heyden meldt in zijn leenregisteroverzicht van 1707 de naam Johannem (Jan) van Rouchout in de periode 1358-1389. In het begin van de volgende eeuw volgen Robert-, Johan-, Wouter- en Hendrik van Rouchout. In de kroniek van Sint-Truiden en het oorkonden overzocht van Piot wordt in de 14de eeuw de naam "Bouchout" gemeld en is de naam "Rouchout" niet terug te vinden. Zijn het 2 verschillende families en heeft abt Mauri zich vergist?




























D: Joanni de Rouchaut ontvangt in 1359 de tienden van Bardewijk voor het altaar van de Abdij van St.Truiden, aldus het leenregister van Abt Mauri van der Heyden in 1707. In de Kroniek van St.Truiden wordt bij dezelfde gelegenheid Domno Johanni "de Boechout" genoemd. Heer Jan van Rouchaut (alias Rouchout) en heer Jan van Boechout (alias Bouchout) lijken dezelfde persoon....  


Of is de familienaam veranderd van Boechout naar Roechout? Immers, rond 1420 wordt gesproken over de erven "van Roechout", dus de familie was toen al een of meerdere generaties in Sint-Truiden.



















Boven: uit de periode 1426 - 1427 zijn er 3 oorkonden (landkommanderij Ouden Biezen) bekend die een regeling treffen naar aanleiding van de geschillen over de nalatenschap van de ouders van Robert, Wouter en Johan (Jan) van den Roechout en schoonbroer Michel Sgroets.
Onder: de vroegst-bekende Nederlandse spellingen van de familienaam "van den Roechout" (periode: 1400-1426)  








Wellicht dat een vergelijking van de familiezegels/wapens meer inzicht biedt? Weer naar mijn privilege abonnement van Geneanet, waar het werk van Jean-Theodore de Raadt uit het eind van de 19de eeuw is in te zien. Hij heeft een grote verzameling aan familiezegels beschreven.

      













Dit werk heb ik al eens geraadpleegd voor het "Rouchout" zegel. Het waarschijnlijke familiewapen dat gebaseerd is op het wapen van Hamal. (als je op de figuren klijkt, worden deze vergroot weergegeven; terug naar de BLOG tekst met het linkerpijltje)












Net als een aantal andere families bestaat de hoofdcomponent van het familiezegel uit de vijf ruiten van de adelijke familie Hamal. De familie Rouchout heeft waarschijnlijk als vazal in Sint-Truiden een variant (ander kleurenpatroon) van het Hamal zegel aangenomen. Immers, dan wist men waar je bijhoorde. In deel 3 van het werk van De Raadt staat op pagina 280 het zegel meer in detail beschreven. Als voorbeeld is het zegel van Robert van den Rouchout genomen. Hij was rond 1480 wethouder (schepen) van Sint-Truiden. We weten dat het wapen al eerder in de 15de eeuw werd gebruikt (zie de website op de Rouchout pagina). 




















Onder de beschrijving van het Rouchout zegel, staat het zegel van Willem Rouckhoudt uit 1700. Hij was wethouder van Vilvoorde. "Vijf vogels (3+2) en boven getralied". Weinig overeenkomst met het Rouchout zegel dus.
Boven de beschrijving van het Rouchout zegel wordt Jean Rouc alias Roeck gemeld. Hij was verbonden met de abdij van Nazareth in de buurt van Lier. Zijn wapen is verdeeld in twee vakken: de eerste met een Chevron en de tweede met de letter "n" . 

Er wordt verwezen naar Bouchout ('voir Bouchout'). Interessant, wat heeft "Rouc" met "Bouchout" te maken?


Hierboven waarschijnlijk de verwijzing uit deel 1 op pagina 307 (Jean Rouc)waar De Raadt op duidt: Jean Bouchout, heer van Caster, Rumbeke en Claerhout in 1514. Ook een Chevron als basis in het zegel. 

De lijst van Bouchout zegels blijkt behoorlijk lang (deel 1 pagina 304 en 307). We vinden twee zegels die verwant zijn aan het "Rouchout" zegel en ook de "vijf ruiten van Hamal" bezitten.


   











Daniel van Boechout, pachter/leenman van Jan van Hamal te Mielen boven Aalst in 1474 (omgeving Sint-Truiden). Henri van Bouchout, gevangen tijdens de slag bij Basweiler onder heer van Linter in 1374.

Het rijtje "van Bouchout" familie leden is veel langer en we pikken er nog twee uit.













Daniel en Jan (bastaard) van Boechout, die ook beiden gevangen zijn genomen tijdens de slag van Baesweiler in 1374 (1371?). De basis van hun wapen/zegel is een kruis. Dit is het meest bekende wapen van de familie Bouchout.

Wat betreft "Jan de bastaard" lezen we op de website van Patrick Relegem het volgende: (citaat)

"Jan Van Bouchout de laatste "Van Crainhem" gehuwd met Joanna Van Hellebeke, die hem echter geen kinderen schonk. In 1371 voerde hij de Brusselaars aan in de slag van Basweiler. Hij liet ettelijke bastaards na, waaronder:
- Lonys Van Bouchout, aan wie hij Relegem schonk.
- Geeraert Van Bouchout, Heer van Raemdonck (ontving 't hof ten Bossche te Raemdonck)
- Gertrude Van Bouchout.
- Jan Van Bouchout, die te Meise woonde.
- Laureis Van Bouchout, deken van Sint-Goedele.
- Gielis Van Bouchout, die een dochter huwde van Gielis De Busco (Van Den Bossche).
- Catharina Van Bouchout, kloosterzuster te Oudergem.
- Elisabeth van Bouchout, kloosterzuster te Leliëndal bij Mechelen.

Vermits kloosters geen mannen leverden voor de strijd, moesten zij zorgen voor vervoerwagens en voor het proviand. Ze moesten ook aan de aanvoerders van de troepen gastvrijheid schenken, en daarover was het dat Lonys toezicht moest houden. Lonys van Bouchout huwde Elisabeth Boote, dochter van Amauric Boote, een rijke Brusselaar die als handelaar fortuin had gemaakt. Amaury kocht o.a. 160 bunders grond te Sterrebeek waarop hij een kasteel bouwde, het slot van Sterrebeek. (uit Stootboek) Hij werd eigenaar van het kasteel Horst te Sint-Pieters-Rode en van de Heerdij van Loupogne. Zo kocht Boote o.m. ook een versterkt slotje of Klein Kasteeltje genoemd. Dat werd later een kazerne, en is bij velen onder ons nog bekend in verband met hun legerdienst. Hij was ook een dapper strijder en steeds bereid om zijn vorst te verdedigen. In 1356 werd hij door de Mechelaars gevangen genomen. (Valerius Mechelse kronijcke blz. 140)" (eind citaat)


















In de oudste leenregisters van Brabant (1320-1350) komen ook "van Bouchout" leenmannen voor. Deze leenregisters zijn geinventariseerd door Louis Galesloot in 1865. Het betreft zowel (militair) Daniel, Egidius als Johannes van Bouchout.














Het betreft lenen te Sterbeek, Zaventhem, Werde en Steenhuffel (waar ook het gerenoveerde "Palm breweries" kasteel Diepensteijn staat). Daniel woonde in de parochie van Wemele (Wemmel), niet ver van Meise en Relegem


Samenvattend:

- De verwijzing van de Raadt van "Jean Roec" naar Jean Bouchout is interessant. Wellicht kwam de verandering van een B naar een R meer voor.
- Er blijken "van Bouchout" familieleden te zijn die net als "van Rouchout" het wapen van Hamal droegen. Er zijn veel sporen terug te vinden van de Brabantse familie "van Bouchout" in de 14de eeuw en eerder.
- Tot nu toe geen sporen "van Rouchout" in de 14 de eeuw, behalve dan bij Abt Mauri van der Heyden. Het wapen van "Willem Rouckhoudt" uit 1700 toont geen gelijkenis met "Bouchout" en "Rouchout" vertegenwoordigers.

Dus op basis van deze zegel gegevens lijkt de familie "van Rouchout" meer verwant met "van Bouchout" dan met "Rouckhoudt".